U kunt de thermostaat tijdens het gebruik bijregelen.
Om de meest geschikte stand van de thermostaat te
vinden:
- Zet eerst de thermostaatknop op de hoogste
stand. (Linksom draaien tot de knop niet verder
kan.)
- Zodra u de temperatuur behaaglijk vindt, draait u
de knop langzaam rechtsom totdat de kachel
uitschakelt.
Let op: Wanneer u de functie koele lucht >, kiest,
dient de thermostaatknop in de hoogste stand te
staan
y = "Vorstvrij"-stand. Deze stand komt overeen
met de laagste thermostaatstand, d.i. ca. +5 °C.
Deze stand kan worden gebruikt om de directe
omgeving van de kachel vorstvrij te houden.
Om bijvoorbeeld een waterleiding vorstvrij te
houden, zet u de kachel dicht bij de leiding en
schakelt u de kachel in op deze stand.
Handmatig aan- en uitschakelen
(Alleen type HD 3522)
Voor het handmatig aan- en uitschakelen van het
apparaat dient u de tijdschakelaar (I) in stand I te
zetten. Het apparaat zet u dan aan en uit met de
keuzeschakelaar (C).
Automatisch aan- en uitschakelen
(Alleen type HD 3522)
Type HD 3522 is voorzien van een tijdschakelaar (I),
waarmee het apparaat zichzelf uitschakelt na een door
u ingestelde tijd (max. 60 minuten).
• Om de tijdschakelaar in te schakelen:
8
All manuals and user guides at all-guides.com
- Draai de schakelaar
rechtsom (met de klok
mee) en stel het aantal
minuten in (fig. 8). Het
lampje gaat aan, het
apparaat begint te
werken op de door u
ingestelde temperatuur
en stand (>, 1 or 2).
Het apparaat en het
controlelampje gaan uit
wanneer de door u
ingestelde tijd is
verstreken.
• Om de tijdschakelaar uit te schakelen:
9
Controlelampje
- Wanneer het apparaat is aangesloten en
ingeschakeld op stand >, 1 of 2, gaat het
controlelampje (E) branden.
- Het lampje blijft branden totdat het apparaat wordt
uitgeschakeld door de keuzeschakelaar in stand O
te zetten of de stekker uit het stopcontact te
nemen.
- Om aan te geven dat het apparaat nog steeds is
aangesloten en in stand "ingeschakeld" (>, 1 of
2) staat, blijft het controlelampje branden
wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt en
de thermostaat het apparaat uitschakelt.
Om dezelfde reden blijft het lampje branden
wanneer de ingebouwde beveiliging tegen
oververhitting het apparaat uitschakelt.
- Het controlelampje gaat uit wanneer de
tijdschakelaar het apparaat uitschakelt en de
keuzeschakelaar op >, 1 of 2 staat.
Beveiliging tegen oververhitting
Om schade en risico als gevolg van oververhitting te
voorkomen, schakelt de ingebouwde beveiliging de
stroom uit zodra de verwarmingselementen te heet
worden.
Indien dit mocht gebeuren:
- Overtuig u er eerst van dat het niet de thermostaat
was, waardoor de kachel werd uitgeschakeld. Zet
de thermostaat in de hoogste stand. Als de kachel
niet gaat werken, was het inderdaad de beveiliging
die het apparaat heeft uitgeschakeld.
- Neem de stekker uit het stopcontact.
- Laat de kachel 30 minuten afkoelen.
- Controleer of u het apparaat op de juiste manier
hebt geplaatst.
- Controleer of iets de doorstroming van lucht
belemmert. Maak zonodig de luchtopeningen
schoon met behulp van een stofzuiger.
- Steek de stekker weer in het stopcontact en
schakel de kachel weer in.
18
- Draai de schakelaar
linksom en kies I
("Klik!") (fig. 9), of:
- Zet de keuzeschakelaar
op 'Off'.
De tijdschakelaar zal wel
'doortikken', maar het
apparaat is
uitgeschakeld.