• Draai de schroeven op de slangklemmen en op de tankhals nooit te strak aan. Ze kunnen
beschadigd raken en het systeem kan zo druk verliezen.
OPBOUW (tekening pagina 3)
1.
Bevestig de pomp (12) aan de bodemplaat (14) met behulp van de schroeven (13).
2.
Monteer het afvoermondstuk (2) aan de filtertank (6) zoals getoond in de afbeelding;
controleer of de afdichtingen goed zijn aangebracht.
3.
Plaats de zijfilterzeven (3) in de middenbuis (4); deze elementen moeten in de filtertank (6)
worden gemonteerd. Draai daartoe de filterzeef (3) een kwart slag naar rechts, tot u een klik
hoort; de filterzeef (3) is nu vast geïnstalleerd. Vergewis u ervan dat de ontluchtingsslang (5)
goed aan de middenbuis (4) bevestigd is, en dat het andere uiteinde van de
ontluchtingsslang (5) boven het maximale vulniveau ligt. De ontluchtingsslang (5) moet NIET
in het zand worden ingebed.
4.
Zet de filtertank (6) op de sokkel (1) en draai deze rechtsom tot hij vast zit. Plaats de afvoer
zo, dat deze naar buiten gericht is; dit maakt de bediening gemakkelijker. Voer een visuele
controle uit, voor u de filterketel met filtermedium vult, om u ervan te verzekeren dat alle
onderdelen gemonteerd zijn.
5.
Vul de filtertank (6) met voldoende water, om de belasting van de filterzeef (3) bij het vullen
met filterzand tot een minimum te beperken.
Gebruik de trechter om de bovenrand van de filtertank (6) te beschermen, en vergewis u
ervan dat de middenbuis (4) volledig is afgedekt.
Giet het zand voorzichtig in de filtertank (6); pas ervoor op dat geen zand in de middenbuis
(4) terecht komt. De bovenrand van de filtertank (6) mag niet worden beschadigd, aangezien
dit tot lekkages kan leiden. Vul de filtertank (6) met zand volgens de indicatie op het etiket.
In het bovenste deel van de filtertank (6) moet voldoende ruimte voor watercirculatie
overblijven. Zorg ervoor dat het zand de max-indicatie niet overschrijdt (baseer de
hoeveelheid niet op het gewicht, want dit kan per zandsoort verschillen). Verwijder de
trechter en maak de bovenrand van de filtertank (6) schoon.
6.
Zet de ventielkop (9) op de filtertank (6) vast met de twee flansklemhelften (7), de twee lange
schroeven en de passende O-ring (8), en controleer dat de verbinding waterdicht is. Vergewis
u ervan dat de middenbuis (4) met de ventielkop (9) is verbonden. Belangrijk: De
ventielopening "PUMP" moet in de richting van de pomp (12) wijzen, omdat daarop in een
latere stap de korte PVC-slang (11) wordt aangesloten.
7.
Gebruik de PVC-slang (11) om de bovenuitgang van de pomp (12) op de ingang van het
meerwegventiel (9) "TO PUMP" aan te sluiten. De andere twee aansluitingen van het ventiel
zijn bedoeld voor de verbinding naar het zwembad "TO POOL" en de verbinding met de
afvoerslang.
8.
Monteer de manometer op de ventielkop. Verwijder daarvoor de eventueel aanwezige
afsluitkapjes.
Het principe van zandfiltering/aansluiting op het zwembad (Grafiek pagina 2)
Water uit het zwembad (1) stroomt door de pomp (2) naar de inlaat van het regelventiel (3). Terwijl
het water door het zand stroomt, worden vuil en bezinksel vastgehouden in het filterreservoir en
het gereinigde water stroomt terug in het zwembad via de ventieluitlaat (4). Sommige modellen
bieden ook een uitlaat (5) naar het kanaal (6), bijvoorbeeld voor gebruik met een stofzuiger of
voor het leegmaken van het zwembad.
Er zijn twee varianten:
48
www.DEUBAXXL.de