op de antenneaansluiting ANT. Indien u zowel een
UKG- als een middengolfantenne wenst aan te slui-
ten, moet u deze via een antennewissel op de aan-
sluiting ANT aansluiten.
5 Bediening
1) Schakel de versterker resp. het basisapparaat in
met de netschakelaar en de plug-inmodule met de
toets POWER (2). De rode POWER-LED (1) en het
display (8) lichten op.
2) Stel met de volumeregelaar LEVEL (9) het ge -
wenste geluidsvolume in.
3) Druk opnieuw op de toets POWER om uit te scha-
kelen.
5.1 De zender instellen en opslaan
Met de tuner kan u UKG- en middengolfzenders ont-
vangen. Om met de zes stationtoetsen (7) meer dan
zes zenders te kunnen opslaan, is het UKG-bereik
ingedeeld in drie identieke subbereiken. In de drie
subbereiken (F 1, F 2, F 3) en in het middengolfbereik
(MW) kunnen telkens zes zenders worden opgesla-
gen, in totaal dus 18 UKG- en 6 MGB-zenders.
1) Schakel met de toets BAND (3) naar het gewenste
bereik. De meest overzichtelijke werkwijze is eerst
in het bereik F 1 zes zenders op te slaan en vervol-
gens naar het bereik F 2 te schakelen en dan naar
F 3.
2) U kunt een zender met de zenderzoekfunctie vin-
den of manueel instellen:
Om de zenderzoekfunctie te starten, drukt u kort
op de toets (6)
zenderzoekfunctie gaat tot aan de volgende zen-
der. Tijdens het zoeken, verschijnt op het display de
melding SEARCH. Start de zoekfunctie zo vaak als
nodig is om de gewenste zender te ontvangen.
Voor de manuele zenderinstelling houdt u de
toets
of
ingedrukt tot op het display kort de
melding MANUAL verschijnt. Daarna kunt u de ont-
vangstfrequentie met drukken op de toets stapsge-
wijs verhogen of verlagen (in UKG-bereik met
50 kHz, in het MGB-bereik met 9 kHz). Om manu-
eel snel een groot bereik te doorlopen, houdt u de
toets
of
ingedrukt. Nadat de zender manu-
eel is ingesteld, schakelt het apparaat na enkele
seconden automatisch weer naar de zoekfunctie,
indien niet eerst op de toets
Op het display verschijnt kort de melding AUTO.
3) Wanneer de zender is ingesteld, houdt u de
gewenste toets M 1 – M 6 (7) ingedrukt tot rechts op
het display het stationnummer en de melding "ch"
weergegeven worden (zie figuur 1). De zender
wordt dan onder dit nummer in het betreffende sub-
bereik opgeslagen.
(vooruit) of
(achteruit). De
of
is gedrukt.
5.2 Opgeslagen zenders oproepen
1) Selecteer met de toets BAND (3) het bereik waarin
de gewenste zender werd opgeslagen.
2) Selecteer het stationnummer van de zender met de
overeenkomstige toets M 1 – M 6 (7).
3) Stel met de volumeregelaar LEVEL (9) het ge -
wenste geluidsvolume in.
4) Bij een stereo-uitzending verschijnt bovenaan links
op het display de melding ST.
5.3 RDS-functies
Als de geselecteerde zender RDS-informatie (radio
data system) uitzendt, wordt op het display de zender-
naam in de plaats van de frequentie weergegeven.
Sommige zenders tonen afwisselend met de zender-
naam extra informatie, zoals tracktitel, uitvoerder.
Als een zender verkeersinformatie aanbiedt, ver-
schijnt op het display de melding TP (traffic program).
Als EON (enhanced other networks) op het display
verschijnt, en er wordt een programma ontvangen dat
momenteel geen verkeersinformatie biedt, dan scha-
kelt de tuner automatisch naar een ander programma
van dezelfde omroep als daar verkeersmeldingen wor-
den doorgegeven. Na de verkeersinformatie schakelt
het apparaat terug naar het vorige programma.
5.3.1 Alternatieve frequenties
Als op het display permanent de melding AF (niet knip-
perend) verschijnt, dan wordt het programma ook naar
alternatieve frequenties van omliggende zenders uit-
gestraald. Het apparaat schakelt dan automatisch
naar de zender met de beste ontvangst. Met de toets
AF/REG (5) kunt u deze functie uitschakelen (AF gaat
uit) en opnieuw inschakelen.
Sommige zenders stralen regionaal tijdelijk een
ander programma uit, b.v. regionaal nieuws. Om bij
het automatisch omschakelen naar een zender met
een betere ontvangst ook naar hetzelfde regionale
programma om te schakelen, kunt u de regionaalpro-
grammamodus inschakelen: Houd de toets AF/REG
drie seconden lang ingedrukt tot op het display kort de
melding REG ON verschijnt. Bij ingeschakelde modus
verschijnt de melding REG op het display. Om de
modus uit te schakelen, houdt u de toets AF/REG
opnieuw drie seconden lang ingedrukt tot op het dis-
play kort de melding REG OFF verschijnt.
5.3.2 Programmatype
Met de toets PTY (4) kunt u een zender uit de opge sla-
gen zenders kiezen die speciaal muziek of informatie
over een bepaalde rubriek uitzendt. U hebt de keuze
uit volgende rubrieken:
NL
B
17