INSTALLATIE VAN BINNENUNIT
Onderhoudsruimte
RPI
Bovenaanzicht
RPIM
De stropbouten bevestigen en de binnenunit ophangen
Selecteer aan de hand van bovenstaande afmeting de uiteindeli-
jke locatie en installatierichting van de binnenunit en let goed op
de ruimte die nodig is voor leidingen, bedrading en onderhoud.
Plaats de stropbouten (M10 of groter wordt aanbevolen) en hang
de binnenunit op volgens de volgende stappen:
1 Haak de ophangbeugel aan de moer en ring van elke strop-
bout zoals aangegeven en begin daarbij vanaf één kant.
2 Controleer of de moer en ring juist zijn vastgezet met de klem-
men van de ophangbeugel en haak de ophangbeugel van de
andere kant aan de moer en de ring.
Sluitring
Ophangbeugel
Linkerkant
Luchttoevoer
Rechterkant
(onderhoudsklep)
89
PMML0246A rev.4 - 05/2016
(mm)
(mm)
Voor onderhoud
Moer
Stropbouten
Sluitring
Moer
Niveau van het afvoergedeelte
Controleer of de basis vlak is, en houd daarbij rekening met de
maximale hellingshoek van de basis.
Aansluiting condensafvoer
De unit moet zo worden geïnstalleerd dat de achterkant van de
unit iets (circa 5 mm) lager ligt dan de voorkant om te voorkomen
dat de afvoer in een verkeerde stand komt.
Draai de moeren van de ophangbouten met de ophangbeugels
vast nadat u de benodigde aanpassingen hebt uitgevoerd.
Breng speciale plastic verf aan op de bouten en moeren om te
voorkomen dat deze losgaan.
?
O P M E R K I N G
Houd tijdens de installatie de unit evenals de betreffende apparatuur be-
dekt met de vinyl afdekking.
3.1.3 Leiding en aanzuigluchtfilter installeren
Installatie niet meegeleverde leiding
Bevestig de flexibele luchtleiding op de externe vlakken van de
unitflenzen (de unit is hiervoor uitgerust met meegeleverde flen-
zen).
Wij raden aan een flexibel (niet meegeleverd) leidingstuk te ge-
bruiken om abnormale geluiden en trillingen te voorkomen.
Isoleer de hoeken van het frame met isolatieband. Niet meege-
leverd.
RPI(M)-units zijn uitgerust met een standaardluchtfilter aan de
aanzuigkant. Dit filter wordt gebruikt als er geen zuigleiding aan-
wezig is (of als de leiding heel kort is).
De volgende aanwijzingen worden, afhankelijk van de installatie,
aanbevolen.
•
Gebruik het standaardluchtfilter als er geen zuigleiding aan-
wezig is (fig. 1)
•
Bij gebruik van een zuigleiding is het raadzaam om een
luchtfilter bij de inlaat van de zuigleiding aan te brengen en
het standaardluchtfilter van de unit te verwijderen (fig. 2).
Fig. 1
Luchtstroom
Fig. 2
Luchtstroom
Vooraanzicht
Standaardluchtfilter
Luchtfilter
(meegeleverd)
Luchtstroom
Luchtfilter
(meegeleverd of aan-
gepaste fabrieksfilter)
Luchtstroom