/NL
De microfoon gebruiken
Denk eraan dat dit een microfoon met een cardioïdepatroon is, wat inhoudt dat hij alleen
geluidssignalen opvangt die uit één bepaalde richting komen.
Deze
richting
is
aangegeven
met
het
symbool
op
de
behuizing.
Voor optimale registratie moet je ervoor zorgen dat de richting naar de geluidsbron is
gedraaid.
Normaal gebruik
We raden je aan je mond op niet meer dan 20-30 cm afstand van de microfoon te houden.
Aangezien iedere stem anders is, kun je het beste experimenteren om de beste locatie en
opstelling te vinden.
Gebruik op korte afstand
Als je zingt of spreekt, moet de microfoon op 10-40 mm van je mond en recht voor je
staan. We raden je ook aan de schuimrubberen windkap te gebruiken om plofgeluiden
te dempen. Houd de microfoon uit de buurt van geluidsbronnen om interferentie te
voorkomen.
OPMERKINGEN:
- Om de dempfunctie te activeren, druk je op de toets; het ledlampje wordt dan rood om
aan te geven dat de functie actief is.
- Om de dempfunctie te deactiveren, druk je nogmaals op de toets; het ledlampje gaat
dan uit.