Uitbroeden van de zoutwatergarnaaltjes
Om de garnalen uit te broeden moet er eerst een zoute oplossing worden gemaakt, die overeenkomt met de
leefomstandigheden van de garnaal. Doe hiervoor een halve liter regen- of leidingwater in een kom of kan. Laat dit
water ca. 30 uur staan. Omdat het water mettertijd verdampt, adviseer ik nog een tweede kom of kan ook met water
te vullen en 36 uur lang te laten staan. Nadat het water deze tijd heeft gestaan, schenk je de helft van het zeezout van
de set in de kom of kan en roert net zolang tot het zout helemaal is opgelost. Doe nu een paar eieren in de kom of kan
en dek dit af met een vlakke plaat of plankje. Zet het glas op een plaats met veel licht, maar zonder direct zonlicht. Je
kunt ook gebruikmaken van de broedtank en de zoutoplossing met een paar eieren in de vier kamers van de tank
doen. Zorg dat de temperatuur zo'n 25° C bedraagt.
Bij deze temperatuur komen de garnalen na een dag of 2-3 uit.
Als het water in de tank verdampt, vul je het bij met het water uit de tweede kom of kan.
De zoutwatergarnaal onder de microscoop
Het dier dat uit het ei komt, staat bekend onder de naam „Nauplius-larve". Met behulp van de pipet leg je een paar
larven op een objectglas en bekijkt ze. De larve zal met zijn haarachtige uitsteeksels door het zout water zwemmen.
Neem elke dag een paar larven uit de kom of kan, of uit de broedtank, en bekijk ze onder de microscoop. Als je de
larven in een broedtank hebt gekweekt, kun je ook de bovenste kap van de tank halen en de tank op de objecttafel
zetten. Al naar gelang de kamertemperatuur zullen de larven na 6-10 weken zijn uitgegroeid. Binnenkort heb je een
hele generatie zoutwatergarnalen, die zich steeds weer vermenigvuldigt.
De zoutwatergarnaaltjes voeren
Om de zoutwatergarnalen in leven te houden, moeten ze natuurlijk van tijd tot tijd worden gevoerd. Dit moet
zorgvuldig gebeuren, omdat teveel voer ervoor zorgt dat er rotting gaat optreden in het water en de garnaaltjes
vergiftigd raken. Het beste voer bestaat uit droge gistkorreltjes. Om de andere dag een paar korreltjes is voldoende.
Als het water in de kamers van je broedtank of in de kan troebel wordt, betekent dit dat er rottingsprocessen in zijn
opgetreden. Haal de garnalen dan direct uit het water en zet ze in een verse zoutoplossing.
!
GEVAAR! Let op!
De garnaleneieren en de garnalen zijn niet geschikt voor consumptie!
7.2. Textielvezels
Voorwerpen en accessoires:
1. Draden van verschillende textielsoorten: katoen, linnen, wol, zijde, kunstzijde, nylon enz.
2. twee naalden
Elke draad wordt op een objectglaasje gelegd en met behulp van de twee naalden uit elkaar gerafeld. De draden
worden bevochtigd en met een dekglaasje afgedekt. De microscoop wordt op een lage vergroting ingesteld. Katoenve-
zels zijn van plantaardige oorsprong en zien er onder de microscoop uit als een platte, gedraaide band. De vezels zijn
aan de zijkanten dikker en ronder dan in het midden. Katoenvezels zijn in feite lange, ineengezakte buisjes. Linnenvezels
zijn ook van plantaardige oorsprong en zijn rond en recht. De vezels glanzen als zijde en vertonen talrijke verdikkingen
langs de vezelbuis. Zijde is van dierlijke oorsprong en bestaat uit massieve vezels met een kleinere diameter dan de
holle plantaardige vezels. Elke vezel is glad en gelijkmatig gevormd en ziet eruit als een glazen staafje. Wolvezels zijn
ook van dierlijke oorsprong, het oppervlak bestaat uit elkaar overlappende hulzen die er gebroken en gegolfd uitzien.
Mocht dit mogelijk zijn, vergelijk dan wolvezels van verschillende weverijen. Let daarbij op het verschil in uiterlijk tussen
de vezels. Experts kunnen aan de hand van deze kenmerken het land van oorsprong van de wol bepalen. Kunstzijde
wordt, zoals de naam al zegt, kunstmatig vervaardigd door middel van een lang chemisch procédé. Alle vezels vertonen
harde, donkere lijnen op het gladde, glanzende oppervlak. De vezels krullen na het drogen in dezelfde toestand op.
Observeer de overeenkomsten en verschillen.
TIPS voor reiniging
Koppel het toestel los van de stroomvoorziening (stekker uit het stopcontact halen en/of batterijen verwijderen)
voordat u het reinigt!
• Reinig het toestel alleen uitwendig met een droge doek. Gebruik geen vloeisto en, om schade aan de elektronica te
vermeiden.
• Bescherm het toestel tegen stof en vocht!
• Verwijder de batterijen uit het toestel wanneer deze langere tijd niet gebruikt wordt.
Instrucciones de uso
Resumen
1. Ocular
2. Tornillo micrométrico
3. Cabeza revólver con objetivos
4. Platina
5. Interruptor de encendido/apagado ( Iluminación)
6. Iluminación eléctrica
7. Base con compartimento de pilas
8. Compartimento de las pilas
9. Cubiertas de cristal
Advertencias de carácter general
• ¡Existe PELIGRO DE ASFIXIA! Los niños solo deberían utilizar el aparato bajo supervisión. Mantener los materiales de
embalaje (bolsas de plástico, bandas de goma) alejadas del alcance de los niños. ¡Existe PELIGRO DE ASFIXIA!
• ¡Existe PELIGRO DE CEGUERA! No mire nunca directamente al sol o cerca de él con este aparato. ¡Existe PELIGRO DE
CEGUERA!
• ¡PELIGRO DE INCENDIO! No exponer el aparato – especialmente las lentes – a la radiación directa del sol. La
concentración de la luz puede provocar incendios.
• No desmonte el aparato. En caso de que exista algún defecto, le rogamos que se ponga en contacto con su
distribuidor autorizado. Este se pondrá en contacto con el centro de servicio técnico y, dado el caso, podrá enviarle el
aparato para su reparación.
• No exponga el aparato a altas temperaturas.
• La aparato están concebidos para el uso privado. Respete la privacidad de las personas de su entorno – por
ejemplo, no utilice este aparato para mirar en el interior de viviendas.
1. ¿Qué es un microscopio?
El microscopio se compone de dos sistemas de lentes: el ocular y el objetivo. Para que sea más fácil de entender, nos
representamos estos sistemas como si cada uno fuera una lente. Sin embargo, tanto el ocular (1) como los objetivos
que hay en el revólver (3) se componen de varias lentes. La lente inferior (objetivo) aumenta la preparación (10), de
modo que se genera una representación aumentada de dicha preparación. Esta imagen, que no se ve, vuelve a ser
aumentada por la segunda lente (ocular, 1), y es entonces cuando ves la «imagen de microscopio».
2. Montaje y lugar de observación
Antes de empezar debes elegir un lugar apropiado para practicar observaciones con tu microscopio. Por una parte,
es importante que haya luz suficiente. Además te recomiendo que coloques el microscopio sobre una base estable,
ya que si el soporte se tambalea no se pueden obtener resultados visuales satisfactorios.
3. Observación normal
Para la observación normal, debes colocar el microscopio en un lugar donde haya claridad (junto una ventana o un
flexo). Gira el tornillo micrométrico (2) hasta el tope superior y ajusta el revólver con objetivos (3) al aumento más
pequeño.
10. Preparaciones permanentes
11. Recipiente colector
12. Instrumental de microscopio
13. Rueda de transmisión de luz
14. Tazas de medición
15. Instalación para la incubación
16. MicroCut
17. Soporte de Smartphone