Bediening
Bediening
68
1
Mixopzetstuk plaatsen
Verzeker u ervan dat de netkabel uit het stopcontact is ge-
haald.
Plaats de aandrijfeenheid en het mixopzetstuk zodanig dat de
pijl op de aandrijfeenheid naar de open vergrendeling op het
mixopzetstuk wijst (1.). Draai de aandrijfeenheid en het mixop-
zetstuk in tegengestelde richting totdat de pijl naar de gesloten
vergrendeling (2.) wijst en het mixopzetstuk merkbaar op zijn
plaats vast klikt.
1. 1.
2
Mixsnelheid instellen
Zorg ervoor dat het mixopzetstuk op zijn plaats is vergrendeld
en steek de netkabel in het stopcontact.
Met de draaischakelaar is de mixsnelheid in te stellen op
9 niveaus. De lichtpunten in het display worden voor elk
snelheidsniveau opgeteld. Draai de draaischakelaar tot u de
gewenste snelheid hebt ingesteld.
– –
2. 2.
+ +
NL
1 0
9
8
7