Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier waardoor
een abnormaal hoge stroom wordt getrokken, stopt het
apparaat automatisch en knippert het bedrijfslampje
groen. Wanneer dat gebeurt, schakelt u het apparaat uit
en stopt u de toepassing die ertoe leidde dat het appa-
raat overbelast raakte. Schakel vervolgens het apparaat
in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch en gaat het bedrijfslampje
rood branden. In dat geval laat u het apparaat en
de accu's afkoelen, voordat u het apparaat opnieuw
inschakelt.
OPMERKING: Wanneer de accu oververhit is, knip-
pert het bedrijfslampje rood.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het appa-
raat automatisch en knippert het bedrijfslampje rood.
Verwijder in dat geval de accu vanaf het apparaat en
laad de accu's op of vervang de accu's door volledig
opgeladen accu's.
Beveiligingen tegen andere oorzaken
Het beveiligingssysteem is ook ontworpen voor andere
oorzaken die de machine kunnen beschadigen, en
zorgt ervoor dat de machine automatisch stopt. Voer
alle volgende stappen uit om de oorzaken op te heffen,
wanneer de machine tijdelijk is onderbroken of tijdens
het gebruik is gestopt.
1.
Schakel de machine uit en schakel hem daarna
weer in om hem opnieuw te starten.
2.
Laad de accu('s) op of vervang hem/ze door (een)
opgeladen accu('s).
3.
Laat de machine en accu('s) afkoelen.
Als geen verbetering optreedt nadat het beveiligings-
systeem is gereset, neemt u contact op met uw lokale
Makita-servicecentrum.
KENNISGEVING:
Als het gereedschap stopt
als gevolg van een oorzaak die niet hierboven
wordt beschreven, raadpleegt u het hoofdstuk
Problemen oplossen.
De resterende acculading
controleren
► Fig.18: 1. Accu-indicatorlampje
Als de resterende acculading laag wordt, knippert het
accu-indicatorlampje aan de kant van de betreffende
accu. Bij verder gebruik stopt de machine en brandt het
accu-indicatorlampje. Laad in dat geval de accu op.
OPMERKING: Als twee accu's zijn aangebracht,
wordt eerst de linker accu gebruikt.
OPMERKING: Als twee accu's zijn aangebracht,
schakelt de machine automatisch over op de andere
accu wanneer de eerste accu leeg raakt.
De resterende acculading controleren
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu-
rende enkele seconden.
► Fig.19: 1. Indicatorlampjes 2. Testknop
Indicatorlampjes
Brandt
OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel zitten de hoofdschakelaar en
de functieschakelknop.
► Fig.20: 1. Lamp van de zachte, onbelaste functie
2. Lamp van de geluidsonderdrukkingsfunc-
tie 3. Functieschakelknop 4. Bedrijfslampje
5. Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING:
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de
hoofdschakelaar. Het bedrijfslampje brandt groen. Om
het gereedschap uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de hoofdschakelaar.
OPMERKING: Als het bedrijfslampje rood brandt, of
rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies
voor het apparaat-/accubeveiligingssysteem.
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de hoofdschakelaar auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de schakelhendel
en de aandrijfhendel (indien aanwezig) niet worden
ingeknepen binnen een bepaalde tijdsduur nadat de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
72 NEDERLANDS
Uit
Knippert
75% tot 100%
Laad de accu
opgetreden in
Zet altijd de hoofdscha-
Resterende
acculading
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
op.
Er kan een
storing zijn
de accu.