Afb.5a – Voorbeeld van een luchtafvoerkanaal
•
Het schema (Afb.5a en 5b) geeft aan dat voor de installatie van de kanalen openingen nodig zijn en dat een systeem aangelegd
moet worden dat aan de volgende eisen voldoet:
•
•
•
Moet voldoende beschermd zijn om te ver
•
De maximaal toegestane totale drukval voor alle componenten mag niet meer zijn dan 77 Pa.
Alle technische parameters die in de bovenstaande tabel genoemd zijn, worden gewaarborgd met een
luchtdebiet van 315 m3/h en een druk van 98Pa. Daarvoor moeten de volgende regels worden nageleefd:
1. Gebruik leidingen voor het systeem van afvoerkanalen met een diameter van Ø160mm.
2. De in- en uittredeleidingen mogen in totaal niet langer dan 12 m zijn!!!
3. Elk kniestuk van 90
4. Een kniestuk van 45
Voorbeelden:
Vier kniestukken van 90
kniestukken van 45
Tijdens de werking verlaagt de warmtepomp de omgevingstemperatuur als geen extern luchtkanaal is
geïnstalleerd.
Ter hoogte van de afvoerleiding die naar buiten voert moet een geschikt beschermrooster worden
geïnstalleerd, om te voorkomen dat vreemde voorwerpen het apparaat kunnen binnendringen. Om de
maximale prestaties van het apparaat te waarborgen, moet het gekozen netwerk een gering drukverlies
waarborgen.
Isoleer de luchtkanalen en de afdekkingen van de luchtkanalen met een voldoende dikke dampdichte
thermische isolatie om de vorming van condens te vermijden.
Als een demping van het geluid van de stroming nodig wordt geacht, kunnen dempers worden
geïnstalleerd.
Installeer de leidingen die door muren voeren en sluit de warmtepomp aan op het trillingswerende systeem
– de dempers.
OPGELET! De gelijktijdige werking van een verbrandingskamer met open schoorsteen (bijvoorbeeld
een open haard met rookafvoer) en de warmtepomp kan een gevaarlijke afname van de druk in de
ruimte veroorzaken. Hierdoor zouden de afvoergassen de installatieruimte kunnen worden
ingezogen.
Gebruik de warmtepomp niet tegelijkertijd met een verbrandingskamer met open schoorsteen.
Gebruik uitsluitend (goedgekeurde) hermetisch geïsoleerde verbrandingskamers met een apart
luchtkanaal.
Houd de deuren van de ketelruimte gesloten en hermetisch afgedicht als er geen gedeelde toevoer van
verbrandingslucht met de gebruikte ruimtes is.
103.3.
Specifieke installatieomstandigheden
Een van de eigenschappen van het verwarmingssysteem met warmtepomp is dat de lucht die aan de uittrede geproduceerd
wordt, een aanzienlijk minder hoge temperatuur heeft. De afgevoerde lucht is koeler en volledig ontvocht en kan daarom in de zomer
de woning ingevoerd worden om de verschillende ruimtes te koelen.
Deze installatie voorziet dat de uittredeleiding in tweeën wordt gesplitst. In dit geval worden twee ventielen geïnstalleerd die
de luchtstroom afhankelijk van het seizoen de woning in- of uitsturen (Afb.6a, 6b).
o
komt overeen met een rechte leiding met een lengte van 2 m.
o
wordt aangebracht in een rechte leiding met een lengte van 1,5 m.
o
+ in totaal 4m rechte leidingen of twee kniestukken van 90
o
+ in totaal 6m rechte leidingen
Afb.5b – Voorbeeld van een dubbel luchtkanaal
.
227
o
+ in totaal 8m rechte leidingen, vier