INSTALLATIE VAN DE UNITS
Onderhoud aanzuigluchtfilter
Verwijderrichting
luchtfiltersteun
3.1.4 Prestatiecurve van de ventilator
Standaardluchtfilter zonder druk
"●" Nominale punt
Ventilatorsnelheid
Statische druk
HSD
LSP (Standaard fabrieksinstelling)
3.1.5 Instelling van statische druk
De RPI-units worden geleverd met twee statische drukniveaus, waarbij de instelling afhankelijk is van de installatievereisten:
Hoge en lage statische drukaansluitingen (standaardinstelling) zijn beschikbaar in de elektrische kast. Standaardinstelling) zijn
beschikbaar in de elektrische kast.
Om de statische druk in te stellen dient de aansluiting van de ventilatieinstallatie te worden gewijzigd.
61
PMML0229A rev.3 - 05/2016
Luchtfilter
RPI-8.0FSN3E(-f)
*
Luchtdoorvoer (m3/min)
Hoog
Gem
Laag
v1
v1
v3
v2
v2
v4
Verwijder de ondersteuning (4 schroeven)
van de unit en trek het luchtfilter naar
beneden.
RPI-10.0FSN3E(-f)
*
Luchtdoorvoer (m3/min)
HSP: High Static Pressure
LSP: Low Static Pressure
?
O P M E R K I N G
•
Wanneer u een leiding ontwerpt, moet u controleren of het luchtvol-
ume binnen het bedrijfsbereik valt dat is aangegeven in de "Prestatie-
curve van de ventilator"".
•
Als het luchtvolume is ingesteld op een waarde buiten het bedrijfs-
bereik, kan water overlopen (op het plafond of de vloer vallen), meer
geluid ontstaan, de motor van de ventilator beschadigd raken (hoge
temperatuur) of onvoldoende koel-/verwarmingscapaciteit optreden
•
Ontwerp daarom de juiste leidingen en selecteer de juiste ventilators-
nelheid om ervoor te zorgen dat de unit werkt binnen het geaccep-
teerde bedrijfsbereik.