D.2.1 Vereiste instellingen in de thermostaat
Multifunct. uitg.: PV
D.2.2 Benodigde instellingen in warmtepomp-warmwaterboiler
PV MODE: ECO
E
Overzicht van gebeurtenismeldingen en storingsoplossing
E.1
Gebeurtenismeldingen en storingsoplossing
Als u een storing aan de hand van de volgende tabel niet kunt verhelpen, neem dan contact op met het serviceteam.
Gebeurtenismelding
Gegevensovername
mislukt
Eilandvorming herkend
FE niet aangesloten
Foutstroom te hoog
Storing omhoogomvor-
mer
Toestel is oververhit
Omhoogomvormer heeft
verkeerde HW-versie
Omhoogomvormer niet
aangesloten
Interne info
Interne waarschuwing
Interne fout
Isolatiefout
364
Symbool
Oorzaak
Een instelling is mislukt omdat deze niet
correct werd overgedragen.
–
Het net voert geen spanning (automati-
sche werking van de ondulator).
–
De ondulator mag om veiligheidsredenen
niet in het net invoeren.
De ondulator wordt uitgeschakeld zolang
de fout bestaat (display donker).
De functieaarde is niet aangesloten.
De ondulator mag om veiligheidsredenen
niet in het net invoeren.
De lekstroom, die van de plus- of min-in-
gang via de PV-generatoren naar de aarde
stroomt, overschrijdt de toegestane waarde.
De ondulator wordt vanwege wettelijke voor-
schriften automatisch uitgeschakeld zolang
de fouttoestand bestaat.
Een interne component van de ondulator is
defect.
De ondulator voedt geen of verminderd
vermogen in het net.
Ondanks vermogensreductie is de maximaal
toegestane temperatuur overschreden.
De ondulator voedt niet in het net tot het
toegestane temperatuurbereik is bereikt.
De ondulator kan een interne component
niet herkennen of ze past niet bij de andere
componenten.
De ondulator voedt geen stroom in het net.
De verbinding van de interne componenten
is onderbroken.
De ondulator voedt geen stroom in het net.
–
–
–
De isolatieweerstand tussen plus- of min-
ingang en aarde is tot onder de toegestane
waarde gedaald.
De ondulator mag om veiligheidsredenen
niet in het net invoeren.
Maatregel
Voer de instelling opnieuw uit.
Controleer de wisselstroominstallatie (huis-
aansluiting):
–
Controleer de leidingveiligheidsschake-
laar (zekering) en schakel deze evt. in.
–
Controleer de aardlekschakelaar en
schakel deze evt. in.
–
Vervang defecte schakelaars.
–
Zorg ervoor dat de gelijkstroominstallatie
(huisaansluiting) in orde is.
–
Zorg ervoor dat de aarddraad op des-
kundige wijzig is aangesloten.
–
Zorg ervoor dat geen van de gelijk-
stroomkabels geaard is.
–
Zorg ervoor dat er alleen geschikte
fotovoltaïsche modules worden gebruikt.
–
Zorg ervoor dat de gelijkstroominstallatie
in orde is.
–
Stel het functioneren van de fotovolta-
ïsche generator vast met een geschikt
meettoestel.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
–
Neem contact op met het serviceteam.
–
Vervang evt. de ondulator.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
Zie maatregelen m.b.t. Interne info.
Zie maatregelen m.b.t. Foutstroom te hoog.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020273429_03