De zender opstellen
Zoek een gunstige positie waar de zender onbe-
lemmerd kan uitzenden. De beste ontvangst
wordt verkregen wanneer de zender ongeveer op
dezelfde hoogte wordt gemonteerd en opgesteld
als de draadloze luidsprekers en het radiocontact
niet wordt belemmerd door meubels of andere
voorwerpen. Om het volume te kunnen instellen,
moet u de groene LED kunnen zien.
Het kan gunstig zijn de zender verticaal neer te
zetten.
Zorg ervoor dat de zender geen ventilatie-
sleuven afdekt en plaats hem niet te dicht bij
de antennebussen van uw TV-toestel.
Probeer uit waar de zender het beste door de
draadloze luidsprekers wordt ontvangen.
Als u weet waar u de zender wilt opstellen,
plak dan naar keuze de sponsrubberen voetjes
of de stroken klittenband vast aan de onder-
kant van de zender.
Als u de zender wilt neertzetten, plakt u de
sponsrubberen voetjes in de daartoe bestemde
uitsparingen aan de onderkant van de zender.
Trek de beschermfolie los en plak de voetjes
vast.
Als u de zender wilt bevestigen aan een wand
of kast, plakt u de stroken klittenband vast aan
de onderkant van de zender (direct naat de
uitsparingen voor de voetjes, zodat de sticker
niet wordt afgedekt). Trek eerst het bescherm-
folie aan één kant van het klittenband los en
plak de beide stroken klittenband vast. Trek
vervolgens de beschermfolie aan de andere
kant los en zet de zender op de gekozen plaats
vast.
Zenderkanaal instellen
Het zenderkanaal 1 of 2 dat u op de zender se-
lecteert, moet hetzelfde zijn als het luidspreker-
kanaal dat wordt ingesteld op de luidsprekers.
De schuifschakelaar "CHANNEL" op de zender
heeft drie standen, waarbij de buitenste
schakelaarstanden corresponderen met kanaal 1
en de middelste schakelaarstand met kanaal 2.
Op de luidsprekers selecteert u het zenderkanaal
met de drukschakelaar "RF-CHANNEL".
Niet ingedrukt = zenderkanaal 1,
ingedrukt = zenderkanaal 2.
Als er storingen mochten optreden doordat ande-
ren hetzelfde frequentiegebied gebruiken, kunt u
de zender en de luidsprekers omzetten naar het
andere kanaal. Omdat de zenders met een be-
trekkelijk klein zendvermogen (< 10 mW) wer-
ken, zijn storingen door andere gebruikers van
dezelfde frequentie vrij onwaarschijnlijk.
Volume instellen
De zender mag door het geluidssignaal niet
overstuurd worden. Voor het juist instellen van
het volume bevindt zich aan de voorkant van de
zender een groene LED. Het maximale volume
van de geluidsbron moet zo worden ingesteld dat
deze LED nog knippert en niet continu fel brandt.
Nadat u dit maximale volume voor de zender
heeft bepaald en ingesteld, stelt u het volume op
elk van de luidsprekers in met de regelaar "IN-
PUT SENSITIVITY".
Ook in de toekomst dient u het volume niet lui-
der in te stellen dan eerder bepaald, omdat de
zender anders overstuurd wordt. Bovendien
treedt het volgende effect op: telkens nadat is
overgeschakeld naar een ander programma,
wordt het geluid eerst te hard weergegeven en
dan pas teruggebracht tot het normale niveau.
Geluidskanaal van de
luidsprekers instellen
Het geluidskanaal kiest u op beide luidsprekers
met de drukschakelaar "AUDIO CHANNEL".
Niet ingedrukt = linker geluidskanaal,
ingedrukt = rechter geluidskanaal.
7