OBSERVER-i Ultrasone gaslekdetector
Verkorte gebruiksaanwijzing
3 - Aarding
De massaklem heeft het gebruik
van een M5 boutaansluitklem en
tandveerring nodig. De
draadmaat moet kleiner of gelijk
zijn aan de maat van de
voedingskabels.
4 – Aansluiting
Alarmrelais contacten
P2 (niet-bekrachtigd) (bekrachtigd)
1 N/O
N/C
2 COM
COM
3 N/C
N/O
Het alarmrelais is een enkelpolig
wisselcontact (SPDT).
OPMERKING: Zodra de unit correct is opgestart raadpleegt u hoofdstuk 4.0 van de
gebruiksaanwijzing van de Observer-i voor de correcte instelling en bediening van het
toestel. Hebt u problemen bij het instellen of het testen van de detector, ga dan naar
"Storingen verhelpen" of neem contact op met de fabriek.
Het instrument is nu gereed voor gebruik.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de eigenschappen van het
toestel.
P1 – Sensoraansluiting
P2 – Relaisaansluiting
P3 – Stroom- en signaalaansluiting
P3 Aansluiting klemmenstrook
NL
Fout relaiscontacten
P2 (bekrachtigd)
4 N/C
5 COM
6 N/O
Het foutrelais is een enkelpolig
wisselcontact (SPDT). Het is normaal
bekrachtigd.
1 - 0-20 mA (source of sink)
2 - Kanaal 1 Modbus +
3 - Kanaal 1 Modbus -
4 - Kanaal 2 Modbus +
5 - Kanaal 2 Modbus -
6 - Alarm op afstand
7 - Relaisreset
8 - Aarde
9 - +24 VDC stroom
Analoge uitgang Enhanced modus
Discrete SPL (fabrieksinstelling)
Toestand
Uitgang
dB
mA
≤40
44
4,4
49
4,9
54
5,4
59
5,9
64
6,4
69
6,9
74
7,4
79
7,9
84
8,4
89
8,9
94
9,4
99
9,9
104
10,4
109
10,9
114
11,4
120
12,0
16 mA = waarschuwing
20 mA = alarm
MAN OBSERVERi-QG/01