5.2 Via aansluiting op de accu
van een auto
Controleer of de elektrische spanning, zoals vermeld op
het typeplaatje van het apparaat, overeenstemt met de
spanning van de accu (12V of 24V).
Gelijkstroomapparaten op 12V zijn voorzien van
connectoren die aangesloten kunnen worden op de
sigarettenaansteker (Afbeelding 3). Voor bepaalde
voertuigmodellen kan het nodig zijn de rode plastic
ring aan het uiteinde van de connector te verwijderen.
Draai hiervoor de plastic ring tegen de wijzers van de
klok in en trek eraan. Het apparaat kan nu aangesloten
worden op de sigarettenaansteker. Bij aansluiting met
12V werkt het apparaat ononderbroken zonder
temperatuurcontrole.
Gelijkstroomapparaten op 24V worden geleverd met
draden met onbeklede uiteinden. De uiteinden
moeten verbonden worden met een klemmenstrook,
die op zijn beurt via een zekering (5A) en een
stroomschakelaar (5A) verbonden wordt met de accu.
Bij aansluiting met 24V is het apparaat via de thermostaat
te regelen.
Als de motor niet draait, dient u de connector uit de
aansteker te trekken (apparaat met 12V) of de
stroomschakelaar af te zetten (apparaat met 24V).
Indien dit niet gebeurt, zal het werkende apparaat de
accu leegmaken.
5.3. Via aansluiting op een
gasfles
In hoofdstukken 10.3 vindt u de beschrijving voor
aansluiting op een gaspatroon.
Zet, nadat de gaspatroon op het toestel is aangesloten
en op lekkend gas is gecontroleerd de thermostaat op
de maximumpositie (afbeelding 4.B), druk het gas-
veiligheidsventiel in, houd deze ongeveer 10
seconden ingedrukt en druk daarna snel meerdere
malen op de piëzo-ontsteking (afbeelding 4.C). Indien
u geen vlam krijgt, herhaal dan de procedure. (De lucht
die zich nog in de gasleiding van het apparaat bevond
voor het werd aangesloten op de gasfles moet eerst
verwijderd worden. Pas dan kan het gas ontstoken
worden).
De ontsteking kan worden gecontroleerd via het
vlammenkijkgaatje (Figuur 5). Wanneer de vlam
brandt, moet u de veiligheidsknop nog 20 seconden
ingedrukt houden.
De regulatorknop heeft 4 standen:
: grote vlam (MAX) = maximum gasvoorziening
(hoge omgevingstemperatuur ~ 32 °C);
: middelgrote vlam (MID)= middelmatige
gasvoorziening
(normale omgevingstemperatuur ~ 25°C);
: kleine vlam (MIN) = minimale gasvoorziening
(lage omgevingstemperatuur ~ 16°C);
: uitgeschakelde toestand = de brander wordt niet
van gas voorzien.
Om de werking op gas te stoppen moet het
veiligheidsventiel afgesloten worden en de
gaspatroon afgesloten worden
Gasbetrieb abstellen
Gasflaschen- bzw. Druckreglerventil schließen.
Knopf B rechts herum in Aus-Stellung drehen.
Figure 3
A
Afbeelding 4.
Afbeelding 5.
NL
C
B
39