5.2 Instellen en verwisselen van de bescher-
minrichting (fi g. 3)
Waarschuwing!
•
Schakel het gereedschap uit. Verwijder de
netstekker uit het stopcontact!
•
Stel de inrichting (4) ter bescherming van uw
handen af zodat het de slijpen goed weg van
uw lichaam wordt geleid.
•
De positie van de bescherminrichting (4) kan
telkens aan de werkomstandigheden worden
aangepast: Draai de schroef (a) los et draai
de afdekking (4) naar de gewenste positie.
•
Zorg ervoor dat de bescherminrichting (4) het
tandwielhuis correct afdekt.
•
Haal de schroef (a) terug aan.
•
Vergewis u er zich van dat de beschermin-
richting (4) goed vast zit.
•
Om de bescherminrichting te wisselen verwij-
dert u de beide flenzen en draait u de schroef
(a) los, tot de bescherminrichting eraf kan
worden genomen.
•
Voor de montage gaat u te werk in omgekeer-
de volgorde.
Vergewis u er zich van dat de bescherm-
kap goed vast zit.
Gebruik de haakse slijper niet zonder be-
scherminrichting.
5.3 PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE SLIJP-
SCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snij-
schijf minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibreren-
de schijven onmiddellijk vervangen.
6. Bediening
6.1 Schakelaar (fi g. 4)
De haakse slijper is voorzien van een veiligheids-
schakelaar ter voorkoming van ongelukken. Om
het gereedschap in te schakelen de schuif (a)
naar rechts schuiven en tegelijkertijd de AAN/UIT-
schakelaar (2) naar voren schuiven en indrukken.
Om de haakse slijper uit te schakelen de knop (2)
achteraan indrukken. De knop (2) gaat dan van-
zelf terug naar zijn oorspronkelijke stand.
Wacht tot het gereedschap zijn maximaal
toerental heeft bereikt. Daarna kunt u de
haakse slijper op het werkstuk aanzetten en
bewerken.
Anl_TC_AG_125_Kit_SPK2.indb 35
Anl_TC_AG_125_Kit_SPK2.indb 35
NL
6.2. Verwisselen van slijpschijven (fi g. 5)
Voor het verwisselen van slijpschijven hebt u de
bijgaande haaksleutel (5) nodig.
Waarschuwing!
Netstekker uit het stopcontact trekken.
•
Eenvoudige verwisseling van schijf door spil-
vergrendeling.
•
De spilvergrendeling indrukken en de slijp-
schijf vergrendelen.
•
De flensmoer met behulp van de voorgatsleu-
tel open draaien. (fig. 5)
•
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan
de flensmoer met de voorgatsleutel weer
vast.
Aanwijzing!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisse-
len van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte
de fl ensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
6.3 Plaatsing van de fl ensen bij gebruik van
slijpschijfen en snijschijven (afb. 6-9)
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen of rechte slijpschijf (afb. 7)
•
a) Spanflens
•
b) Flensmoer
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen snijschijf (afb. 8)
•
a) Spanflens
•
b) Flensmoer
•
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
rechte snijschijf (afb. 9)
•
a) Spanflens
•
b) Flensmoer
6.4 MOTOR
De motor moet tijdens de bewerking goed ver-
lucht worden. Daarom moeten de verluchtingso-
peningen altijd schoon gehouden worden.
6.5 SLIJPSCHIJVEN
•
De slijp- of snijschijf mag nooit groter zijn dan
de voorgeschreven diameter.
•
Controleer vóór het gebruik van de slijp- of
snijschijf haar aangeduid toerental.
•
Het maximumtoerental van de slijp- of
doorslijpschijf moet hoger zijn dan het statio-
nair toerental van de haakse slijper.
- 35 -
31.03.15 11:54
31.03.15 11:54