6. De SYSTEM CONTROL-interface op een kamerairconditioner aansluiten
Sluit de interface-unit 1 aan op de besturingskaart van de binnenunit van een kamerairconditioner door middel van de verbindingskabel (5-aderig)
die bij de interface is geleverd 1 .
Dun gedeelte van de verbindingskabel
Sluit de kabel dusdanig aan en scherm deze zo af dat
Kamerairconditioner
de klant er in geen geval mee in aanraking komt.
Besturingskaart
CN105
binnenunit
(CN92)
Sluit de verbindingskabel (5-aderig) die bij de interface-unit 1
is geleverd aan op connector CN105 op de besturingskaart
van de binnenunit van een kamerairconditioner.
De bedrading van een verbindingskabel (5-aderig) die op een kamerairconditioner wordt aangesloten, dient overeenkomstig de installatiehandleiding van de kamerairconditioner te worden uitgevoerd.
Opmerkingen
• Het verlengen of inkorten van de verbindingskabel (5-aderig) van de interface-unit 1 kan
problemen of een onjuiste werking veroorzaken. Houd de verbindingskabel (5-aderig) tevens zo
ver als mogelijk uit de buurt van elektradraden en aardedraden. Bundel ze niet samen.
• Om te vermijden dat de kaart door statische elektriciteit wordt beschadigd, dient u statische
elektriciteit altijd te ontladen voordat u met het werk begint.
7. Verbind de SYSTEM CONTROL-interface met ieder systeem
(Zie de relevante handleiding voor details aangaande ieder systeem.)
Schroef de bevestigingsklem voor het draad 4 ~ 6 in overeenstemming met de
dikte van de verbindingskabel die u voor ieder systeem gebruikt. Zet de kabelklem 8
als aangegeven in de afbeelding vast zodat de verbindingskabel niet kan veplaatsen.
Schroef 7
Verbindingskabel
voor ieder systeem
Kabelklem 8
Opmerkingen
• Indien de verbindingskabel niet goed is vastgezet, kan de connector losschieten, breken
of onjuist functioneren.
• De dip-schakelaar (SW500, SW502) en draaischakelaar (SW501, SW510, SW580) op
de interface-unit 1 werken niet indien ze niet goed zijn ingesteld.
Stel de dip-schakelaars (SW500, SW502) en draaischakelaars (SW501, SW510, SW580) van de interface-unit 1 in voordat u de stroom inschakelt.
Dik gedeelte van de
verbindingskabel
Bevestigen snoerklemmen
4 ~ 6
Interface-unit 1
Verbinden
connector
De verbindingskabel (5-aderig) die op een kamerairconditioner wordt aangesloten,
dient op de kamerairconditioner of in de buurt ervan te worden bevestigd.
Als de schroef voor het bevestigen van de kabel van de kamerairconditioner
niet kan worden gebruikt, vervangt u deze door de bevestigingsschroef b .
Kabelsteun
Bevestiging
Schroef b
snoerklem 5
Verbindingskabel
(5-kernen)
Waarschuwing
Maak de verbindingskabel
stevig op de aangegeven
plaats vast. Dit nalaten
kan leiden tot elektrische
schokken, brand of
storingen.
Schroef a
Bevestiging
snoerklem 5
35