4.
Als EEN van de volgende verklaringen WAAR
is, ga dan verder met de instructies voor
Nauwkeurigheid van de laser controleren EN
GEBRUIK DAARNA PAS DE LASER voor een
project.
• Dit is de eerste maal dat u de laser gebruikt
(in het geval dat de laser blootgesteld is
geweest aan extreme temperaturen).
• De laser is al enige tijd niet op
nauwkeurigheid gecontroleerd.
• De laser is misschien gevallen.
NL
Nauwkeurigheid van de
laser controleren
Het lasergereedschap wordt in de fabriek verzegeld en
gekalibreerd. U wordt geadviseerd de nauwkeurigheid
te controleren voordat u de laser voor de eerste
keer gebruikt (in het geval dat de laser blootgesteld
is geweest aan extreme temperaturen) en daarna
regelmatig de nauwkeurigheid van uw werk te
controleren. Volg deze richtlijnen, wanneer
u een van de nauwkeurigheidscontroles in deze
handleiding uitvoert:
• Gebruik een zo groot mogelijke ruimte/afstanddie
gelijk of bijna gelijk is aan de werkafstand. Hoe
groter de ruimte/afstand, des te gemakkelijker is het
de nauwkeurigheid van de laser te meten.
• Plaats de laser op eenglad, vlak, stabiel
oppervlak dat in beide richtingen waterpas is.
• Markeer het middelpunt van de laserstraal.
Nauwkeurigheid Loodrecht punt
De loodrecht-kalibratie van de laser kan het
nauwkeurigst worden uitgevoerd wanneer er een
aanzienlijke verticale hoogte beschikbaar is, in het
ideale geval 7,5 m, met één persoon op de vloer die
de laser plaatst en een ander persoon die in de buurt
van het plafond de punt markeert die door de laser op
het plafond wordt geprojecteerd.
1.
Markeer punt P1 op de vloer (Afbeelding
2.
Schakel de laser in (ON) zodat de punten boven,
voor en onder de laser worden weergegeven.
58
3.
Plaats de laser zo dat onderste punt wordt
gecentreerd over punt P1 en markeer het midden
van de bovenste punt op het plafond als punt P2
(Afbeelding
4.
Draai de laser 180°, en let er daarbij op dat de
onderste punt gecentreerd blijft op punt P1 op de
vloer (Afbeelding
5.
Markeer het midden van de bovenste punt op het
plafond als punt P3 (Afbeelding
6.
Meet de afstand tussen punten P2 en P3.
7.
Als uw meting groter is dan de Toe te stane
afstand tussen P2 & P3 voor de bijbehorende
Afstand tussen plafond en vloer in de volgende
tabel, moet de laser worden nagezien in een
officieel servicecentrum.
Afstand tussen
plafond & vloer
9 m' (30')
Nauwkeurigheid Waterpas punt -
Waterpas
Voor het controleren van de waterpas-kalibratie van
het laser-apparaat zijn twee parallelle muren nodig
op ten minste 6 m van elkaar.
1.
Schakel de laser in (ON) zodat de punten boven,
voor en onder de laser worden weergegeven.
2.
Plaats de laser 5 – 8 cm van de eerste muur.
Controleer dat de voorzijde van de laser naar de
muur is gericht (Afbeelding
3.
Markeer de positie van de laserpunt op de eerste
muur als punt P1 (Afbeelding
4.
Draai de laser 180˚ en markeer de positie van
de laserpunt op de tweede muur als punt P2
(Afbeelding
).
D 1
5.
Plaats de laser 5 – 8 cm van de tweede muur met
de voorzijde van de laser naar de muur gericht
(Afbeelding
).
D 1
).
D 2
D 2
Toe te stane afstand
tussen P2 & P3
4,5 m
3,6 mm
6 m
4,8 mm
7,2 mm
12 m
9,6 mm
E 1
E 1
).
E 2
).
E 3
).
).
).