Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
7
VERHELPEN VAN STORINGEN
Wanneer de machine niet (correct) functioneert, raadpleeg dan
de volgende checklist om te zien of u het probleem zelf kunt
verhelpen. Is dit niet het geval, neem dan contact op met uw
leverancier.
WAARSCHUWING
Schakel de machine altijd uit en onkoppel deze van
het net alvorens onderstaande werkzaamheden uit te
voeren. Lees eerst de onderhoudsvoorschriften
vooraan in deze handleiding.
Signalering
Probleem
Motor start niet.
Machine werkt niet.
Motor maakt een
Machine werkt niet.
brommend geluid,
maar draait niet.
Motor stop uit zichzelf. Machine werkt niet.
Controlelamp brandt
Geen indicatie.
niet tijdens
reinigingsproces.
Controlelamp knippert
Onvoldoende
(ALARM).
afzuigcapaciteit
De controlelamp blijft
Geen automatische
knipperen (ALARM).
filterreiniging
Machine reageert niet
Activeren van offline
op het indrukken van
reiniging en reset niet
de knop REINIGING
mogelijk.
AAN/UIT - RESET.
Onvoldoende
Machine werkt niet naar
afzuigcapaciteit.
behoren.
Stof of rook uit
Vervuiling van de
filterkap.
ruimte.
Stof of rook uit
Vervuiling van de
stoflade.
ruimte.
Trillingen in de
Vervuiling van de
machine.
ruimte.
0507260020/150709/E Mobiflex 400-MS - Mobiflex 400-MS/C
Mogelijke oorzaak
Geen netspanning.
Netsnoer defect.
Losse contacten
Motorbeveiligingsschakelaar defect.
Motor defect.
Motor gebruikt 2 fasen (alleen bij 3-
fasenmotoren).
Motorcondensator defect/niet
aangesloten (alleen 1-fasemotoren).
Thermisch relais geactiveerd.
Motor defect.
Controlelamp defect.
Besturingsprint defect.
Verzadigd hoofdfilter.
Filterreinigingsmechanisme defect:
- 24 VAC magneetklep defective
- besturingsprint defect
- filterreinigingsmechanisme defect of
versleten
- geen perslucht of te lage persluchtdruk Controleer het persluchtsysteem en/of de
- drukverschilschakelaar defect.
- compressor defect (alleen Mobiflex
400-MS/C)
Knop REINIGING AAN/UIT - RESET
defect.
Besturingsprint defect.
24 VAC voeding defect.
Motordraairichting verkeerd (alleen
driefasenmotoren).
Ventilator vervuild.
Uitblaasrooster geblokkeerd.
Hoofdfilter vervuild of verzadigd
Vonkenvanger vervuild of verzadigd.
Valse lucht aangezogen.
Filterreinigingsmechanisme defect.
Hoofdfilter beschadigd.
Afdichtingsmateriaal van hoofdfilter
beschadigd.
Hoofdfilter incorrect geplaatst.
Stoflade incorrect geplaatst.
Afdichtingsmateriaal van stoflade defect. Vervang het afdichtingsmateriaal.
Onbalans in de ventilator.
Oplossing
Controleer de netspanning
Repareer of vervang het netsnoer.
Herstel de contacten.
Vervang de motorbeveiligingsschakelaar.
Repareer of vervang de motor.
Herstel de fase-aansluiting.
Herstel of vervang de motorcondensator.
Laat de machine enige tijd afkoelen.
Controleer de instelling van het thermisch
relais (NTR) aan de hand van het
elektrisch schema.
Repareer of vervang de motor.
Vervang de controlelamp.
Vervang de besturingsprint.
Voer een offline reinigingscyclus uit (zie
5.3.3).
Vervang het hoofdfilter (zie 6.2.1).
Vervang de magneetspoel of het
membraan.
Vervang de besturingsprint.
Vervang het filterreinigingsmechanisme.
persluchtaansluiting.
Vervang de drukverschilschakelaar.
Vervang de compressor.
Vervang de knop.
Vervang de besturingsprint.
Herstel de 24 VAC voeding.
Wijzig de draairichting.
Reinig de ventilator.
Verwijder blokkering uit uitblaasrooster.
Vervang hoofdfilter (zie 6.2.1).
Reinig of vervang de vonkenvanger (zie
6.2.2).
Controleer of vervang het
afdichtingsmateriaal.
Herstel filterreinigingsmechanisme.
Vervang hoofdfilter (zie 6.2.1).
Vervang hoofdfilter (zie 6.2.1).
Plaats het filter op correcte wijze.
Plaats de stoflade op correcte wijze en
draai de sterknop aan.
Reinig de ventilator.
NL - 9
Publicidad
