Gebruiksaanwijzing
•
Draai beide uiteinden van de afvoerslang in de vierkante fixeerclip en
de platte fixeerclip.
•
Plaats de vierkante fixeerclip in de openingen aan de achterkant van
de airconditioner.
•
Plaats het andere uiteinde van de afvoerslang op de dichtstbijzijnde
vensterbank.
Installatie van de schuifset voor het raam
•
De manier om de schuifset voor het raam te installeren is meestal
"horizontaal" en "verticaal"; er is niet veel verschil in de daadwerkelijke
procedure.
12
REINIGING ONDERHOUD
•
Zorg er vóór het reinigen voor dat het apparaat uit het stopcontact is gehaald.
•
Reinig het oppervlak eerst met een neutraal schoonmaakmiddel en
natte doek en droog het dan af met een droge doek.
•
Gebruik geen benzine of andere chemicaliën om het apparaat schoon
te maken.
•
Was het apparaat niet direct.
•
Als de conditioner is beschadigd, neem dan contact op met de
leverancier of het reparatiebedrijf.
Luchtfilter
•
Als het luchtfilter verstopt raakt met stof/vuil, moet het luchtfilter
eenmaal per twee weken worden gereinigd.
•
Open het luchttoevoerrooster en verwijder het luchtfilter.
•
Reinig het luchtfilter met een neutraal schoonmaakmiddel in lauw
water (40°C) en laat het in de schaduw drogen.
•
Nadat het luchtfilter in het toevoerrooster is geplaatst, herplaatst u de
onderdelen zoals ze waren.
PROBLEEMOPLOSSEN
Probleem
Mogelijke oorzaken
Het apparaat
•
Controlelampje 'water vol' knippert
start niet
en het waterreservoir zit vol.
wanneer de
•
Kamertemperatuur is hoger
aan-toets wordt
dan de ingestelde temperatuur.
ingedrukt
(Elektrische verwarmingsmodus)
•
Kamertemperatuur is lager
dan de ingestelde temperatuur.
(Koelingsmodus)
Het apparaat
•
De deuren en ramen zijn niet dicht.
koelt niet
•
Er zijn warmtebronnen in de
genoeg
kamer.
•
De luchtuitlaatslang is niet
aangesloten of geblokkeerd.
•
De temperatuurinstelling is
te hoog.
•
Luchttoevoer is geblokkeerd.
Mogelijke oplossingen
•
Leeg het water uit het
waterreservoir.
•
Stel de temperatuur opnieuw in
•
Stel de temperatuur opnieuw in
•
Zorg ervoor dat alle ramen en
deuren zijn gesloten.
•
Verwijder de warmtebronnen,
indien mogelijk.
•
Sluit de luchtuitlaatslang aan of
reinig deze
•
Stel de temperatuur opnieuw in.
•
Reinig de luchttoevoer.