b. Buitenpost
(afb. 3)
1. IR-led: nachtzicht (licht onzichtbaar voor het blote oog) met schemersensor.
2. Lens van de draaibare C-MOS camera
3. Luidspreker
4. Belknop
5. Naamhouder en ledlampje:
- als de elektronische controle-eenheid op batterijen werkt, dan licht de led enkel op bij een oproep als het
te donker is.
- als de elektronische controle-eenheid wordt voorzien van lage spanningsstroom (12 tot 24 V AC/DC), dan licht
de led automatisch op bij schemer.
- licht voorzichtig de plastic bescherming op met behulp van een kleine schroevendraaier en plaats het etiket
van de naamhouder onder de plastic bescherming.
6. Micro
7. Schroef om de regenkap aan de buitenpost te bevestigen
8. Aansluitklem voor de aansluiting van de draden
9. Gaatjes om de lens van de camera aan te passen
c. Elektronische controle-eenheid
1. Antenne
2. SMA-aansluiting voor de antenne
3. Kabel met 6 draadjes om de controle-eenheid te verbinden met de buitenpost
4. Batterijenvakje
5. Aansluitklem voor het automatische hek
6. Aansluitklem voor de elektrische slotplaat of het elektrische slot
7. Aansluitklem voor de voeding (12 of 24 V AC/DC)
8. Pairingsknoppen (koppeling) en reset
4. INSTALLATIE
Zorg ervoor dat de geplande locaties een goede luchtcirculatie, zonder overbodig stof en overmatige trillingen
hebben voor u begint met de installatie van de set.
Belangrijk: Deze videofoon heeft een bereik van 300 m in het vrije veld. Afhankelijk van het soort en het aantal
obstakels tussen of naast de installatie kan dit bereik afnemen. Het is daarom absoluut noodzakelijk om alle com-
ponenten van de videofoon te testen zonder te installeren om uit te maken wat de beste locaties zijn voor de
buitenpost en de monitor.
a. Installatie van de buitenpost en de elektronische controle-eenheid op batterijen
Opgelet: Gebruik geen oplaadbare batterijen.
1. Gebruik de regenkap als sjabloon om 3 geschikte gaten te boren aan de buitenkant van de drager en bevestig
de buitenpost. (5-6-7 afb 6)
2. Breng een siliconen afdichting (4) aan tussen de kap en de muur om te vermijden dat er regenwater tussen
sijpelt. (Gebruik geen silicone op basis van azijnzuur (azijngeur)).
3. Gebruik een zesaderige kabel voor de verbinding tussen de controle-eenheid en de buitenpost en houd hierbij
rekening met de kleuren. (3 afb 4)
Tip: we raden aan om de kabels (die van de buitenpost en die van de elektrische slotplaat) door een bescherm-
koker te voeren om ze te beschermen tegen schokken en slechte weersomstandigheden. Knip de overschotten
van de kabel met 6 geleiders niet af, zo vermijdt u oxidatie of slecht contact. Het is beter om die op te rollen
tussen de drager en de elektronische controle-eenheid.
Plaats 4 batterijen van het type LR20 in de elektronische controle-eenheid om de draagwijdte van de radiofrequen-
tie te testen.
De antenne moet zo ver mogelijk verwijderd staan van alle mogelijke metalen voorwerpen, nesten van ongedierte
of obstakels tussen uw controle-eenheid en uw huis. De antenne moet ook elk contact met bladeren of takken
vermijden. Om optimale prestaties te bereiken moet de antenne ook hoog genoeg (ongeveer 1,60 m boven de
grond) geplaatst worden en in verticale positie.
Nl3
(afb. 4)
CFI EXTEL LESLI - 01/2015
(afb. 4-5-6)