ONDERHOUD EN REINIGEN
REINIG DE OVEN REGELMATIG EN VERWIJDER EVENTUELE ETENSRESTEN - Houd de oven schoon
om slijtage van het oppervlak te voorkomen. Dit om een lange levensduur te verkrijgen en een gevaarlijke
situatie te voorkomen.
LET OP!
GEBRUIK GEEN IN DE HANDEL VERKRIJGBARE
OVENREINIGERS,
SCHUURMIDDELEN EN SCHUURSPONSJES
OP
WELK
GEDEELTE
MAGNETRONOVEN DAN OOK.
SPAT GEEN WATER OP DE OVEN. DIT KAN
EEN ELEKTRISCHE SCHOK VEROORZAKEN,
LEKKAGE
VAN
BESCHADIGING VAN HET APPARAAT.
GEBRUIK GEEN WATERSTRAAL OM DE OVEN
TE REINIGEN.
Buitenkant van de oven
De buitenkant van de oven kan eenvoudig gereinigd
worden met een milde oplossing van zeep en water.
Veeg zeepresten met een vochtig doekje weg en droog
vervolgens met een zachte doek.
LET OP:
GEBRUIK DE OVEN NIET WANNEER DE
VENTILATIE-AFDEKKING NIET IS AANGEBRACHT.
Bedieningspaneel
Gebruik een met water bevochtigde doek om het
bedieningspaneel voorzichtig af te nemen totdat het schoon
is. Gebruik niet te veel water. Gebruik beslist geen chemische
middelen of schuurmiddelen. Dit kan het paneel namelijk
beschadigen en gebruik van de toetsen onmogelijk maken.
Binnenkant van de oven
1) De oven is gemakkelijk schoon te houden door
spatten e.d. elke dag weg te vegen met een zachte,
vochtige doek of spons. Bij hardnekkiger vuil, veeg
weg met een doek bevochtigd met een milde
zeepoplossing totdat alle vlekken verdwenen zijn.
Opeengehoopte spatten kunnen oververhitten en
rook afgeven of gaan branden, of vonken
veroorzaken.
2) Houd de keramische vloerplaat altijd goed schoon.
Als er vet of olie in de ovenruimte is, kan
oververhitting, rookvorming of zelfs brand ontstaan
wanneer de oven de volgende keer wordt gebruikt.
LET OP:
VERWIJDER DE KERAMISCHE VLOERPLAAT
NIET UIT DE OVEN.
OPLOSMIDDELEN
VAN
ELEKTRICITEIT
3) Zorg ervoor dat de zeepoplossing of het water niet
door de gaatjes in de wanden dringt daar dit de
oven kan beschadigen.
OF
4) Gebruik voor de binnenkant van de oven geen
spray-type reinigers.
DE
Deur
De deur aan beide kanten, de deurafdichting alsmede
de dichtingsoppervlakken regelmatig met een vochtige
OF
doek reinigen om verontreinigingen te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Luchtinlaatfilter
Houd de luchtinlaatfilter proper. Reinig de luchtinlaat-
filter om de twee weken.
Was de luchtinlaatfilter in een mild sopje, spoel af en
droog met een zachte doek.
De luchtinlaatfilter is eenvoudig te verwijderen met
een muntstuk (minder dan 2 mm dik).
Gebruik de oven niet wanneer de luchtinlaatfilter niet
is aangebracht.
Verwijderen:
1. Verwijder speciale schroef (A) zoals getoond in fig. 1.
2. Verwijder de bovenste houder van de luchtinlaatfilter.
3. Verwijder de luchtinlaatfilter van de onderste houder.
Opnieuw monteren:
1. Plaats de luchtinlaatfilter in de gleuf van de onder-
ste houder.
2. Plaats de bovenste houder op de luchtinlaatfilter.
3. Bevestig de bovenste houder en luchtinlaatfilter
aan de oven door middel van speciale schroef (A)
zoals getoond in fig. 1.
Fig. 1
Bovenste houder
Luchtin-
laatfilter
Onderste houder
27/NL-
7
(A)