Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
!
Gebruik altijd geaarde en door aardlekschakelaars beveiligde
stopcontacten.
Zorg voor een voldoende grote leidingdoorsnede.
Leg de leidingen zo aan, dat ze niet door deuren of motor-
kappen beschadigd kunnen raken.
Geplette kabels kunnen tot levensgevaarlijke verwondingen
leiden.
VOORZICHTIG!
!
Installeer de leidingen zodanig dat er niet over gestruikeld kan
worden en beschadiging van de kabel uitgesloten is.
LET OP!
A
Gebruik holle buizen of leidingdoorvoeren, als leidingen door
plaatwanden of andere wanden met scherpe randen geleid
moeten worden.
Plaats het 230-V-netsnoer en de 12-V-gelijkstroomleiding niet
in dezelfde kabelgoot (holle buis).
Leg de leidingen niet los of scherp geknikt.
Bevestig de leidingen goed.
Trek niet aan leidingen.
2.4
Veiligheid bij het gebruik van het toestel
GEVAAR! Levensgevaar door stroomschok!
D
Blanke leidingen nooit met blote handen aanraken. Dit geldt
vooral bij gebruik op het wisselstroomnet.
Om bij gevaar het toestel snel van het elektricieitsnet te kunnen
loskoppelen, moet het stopcontact zich in de buurt van het
toestel bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING!
!
Gebruik het toestel uitsluitend in gesloten, goed geventileerde
ruimtes.
Gebruik het toestel niet in installaties met loodzuuraccu's. Uit
deze accu's komt explosief waterstofgas vrij, dat door een vonk
bij de elektrische verbindingen kan worden ontstoken.
162
MCA1215 – MCA2440
NL