4. Technische gegevens
Aansluiting op het net .....................230V ~ 50 Hz
Opgenomen vermogen .......................... 600 watt
Wateropbrengst max. ..............................3600 l/u
Opvoerhoogte max. ..................................... 40 m
Opvoerdruk max. ..................... 0,4 MPa (4,0 bar)
Aanzuighoogte max.: ..................................... 8 m
Druk- en zuigaansluiting ......................................
...............................ca. 33,3 mm (1" binnendraad)
Watertemperatuur max. ............................... 35°C
gemeten geluidsdrukniveau ............... 81,8 dB(A)
onzekerheid ............................................. 2.6 dB
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
In principe raden wij het gebruik van een voorfi lter
en van een zuiggarnituur met zuigslang, zuigkorf
en terugslagklep aan om lange heraanzuigtijden
en een onnodige beschadiging van de pomp door
stenen en vaste vreemde voorwerpen te verhin-
deren.
•
Een zuigslang (kunststofslang minstens 3/4"
met spiraalversterking) rechtstreeks of met
een draadnippel aan de zuigaansluiting (1"
IG) van de pomp schroeven (zie fig. 1)
•
Het is aangeraden om de gebruikte zuigslang
van een zuigklep te voorzien. Indien de zu-
igklep niet kan worden gebruikt, is het raad-
zaam om in de zuigleiding een terugslagklep
te installeren.
•
De zuigleiding van het wateraftappunt naar
het apparaat stijgend leggen. Vermijd abso-
luut om de zuigleiding te leggen boven de
hoogte van de pomp; luchtbellen in de zuiglei-
ding vertragen en verhinderen het aanzuigen.
•
Zuig- en drukleiding moeten zo worden
aangebracht dat ze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
•
De zuigklep moet diep genoeg in het water
Anl_GC-GP 6036_SPK2.indb 34
Anl_GC-GP 6036_SPK2.indb 34
NL
liggen, zodat een droogloop van het apparaat
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
•
Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
•
Vermijd zeker het aanzuigen van vreemde
voorwerpen (zand etc.). Desnoods moet een
voorfilter worden aangebracht.
5.2 Aansluiting van de drukleiding
•
De drukleiding (moet min. 3/4" zijn) moet
direct of via een schroefdraadnippel worden
aangesloten aan de drukleidingaansluiting (1"
binnenschroefdraad) van het apparaat.
•
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard
ook een drukslang van 1/2" worden gebruikt.
Het pompvermogen wordt gereduceerd door
de kleinere drukslang.
•
Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V
~ 50 Hz, ampérage van de zekering minstens
10 amp.
•
Het in- en uitschakelen gebeurt met behulp
van de ingebouwde schakelaar.
•
De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen
overbelasting of blokkering. In geval van
oververhitting wordt de pomp automatisch
uitgeschakeld door deze contactverbreker en
na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
•
Het apparaat opstellen op een stabiele, vlak-
ke en horizontale standplaats.
•
Pomphuis via de vulschroef (4) vullen met
water. Door de zuigleiding te vullen wordt het
aanzuigen versneld.
•
Drukleiding openen.
•
Netleiding aansluiten. Het aanzuigen start
automatisch.
- het aanzuigen kan bij max. aanzuighoogte
wel 5 minuten duren.
•
Indien de pomp na gebruik weer wordt verwi-
jderd moet bij de volgende aansluiting en in-
gebruikneming zeker water worden bijgevuld.
- 34 -
06.04.2017 13:18:58
06.04.2017 13:18:58