Langer werken moet omwille van hard lawaai en
sterke trillingen worden vermeden.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
•
Gebruik enkel intacte toestellen.
•
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
•
Pas uw manier van werken aan het toestel
aan.
•
Overbelast het toestel niet.
•
Laat het toestel indien nodig nazien.
•
Schakel het toestel uit als het niet wordt ge-
bruikt.
Voorzichtig!
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt
dit elektrisch gereedschap naar behoren be-
diend. Volgende gevaren kunnen zich voordo-
en in verband met de bouwwijze en uitvoe-
ring van dit elektrisch gereedschap:
1. Gehoorschade indien geen gepaste gehoor-
beschermer wordt gedragen.
2. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Assemblage van de componenten
Bij de levering zijn enkele onderdelen gedemon-
teerd. De assemblage is eenvoudig uit te voeren,
mits de volgende instructies in acht worden ge-
nomen.
Aanwijzing! Voor de assemblage en voor onder-
houdswerkzaamheden heeft u de volgende extra
gereedschappen nodig, die niet bij de levering
zijn inbegrepen:
•
een olieopvangbak plat (voor olieverversing)
•
een maatbeker 1 liter (bestand tegen olie/
benzine)
•
een jerrycan voor benzine
•
een trechter (passend bij de vulopening van
de tank)
•
keukenrol (voor het afvegen van olie-/benzi-
neresten; verwerking aan het tankstation)
•
een benzine-afzuigpomp (plastic uitvoering,
verkrijgbaar in bouwmarkten)
•
een oliekan met handpomp (verkrijgbaar in
bouwmarkten)
•
motorolie
Anl_BPM_40_P_SPK7.indb 78
Anl_BPM_40_P_SPK7.indb 78
NL
5.1.1 Montage schuifbeugel
1. Onderste en bovenste schuifbeugel (pos. 3)
monteren zoals getoond in fi g. 3a-3b.
2. De greep van de starttrekkabel (pos. 9) zoals
getoond in fi g. 3c inhangen aan de daartoe
voorziene haak.
3. De trekkabels met de meegeleverde kabelclip
(pos. 10) zoals getoond in fi g. 3d fi xeren aan
de schuifbeugel.
4. Uitwerpklep (pos. 5) met één hand optillen en
de grasopvangzak (pos. 4) inhangen zoals
getoond in fi g. 4.
5.1.2 Montage wielen
Zie voor de montage van de wielen 5.1.3 Snijh-
oogte instellen.
5.1.3 Snijhoogte instellen
(Montage van de wielen zie punt 3-5)
Opgelet! Het verstellen van de maaihoogte mag
alleen gebeuren bij afgezette motor en uitgetrok-
ken bougiestekker.
1. Gebruik voor de demontage van de wieldop-
pen een schroevendraaier (fi g. 7e).
2. Demonteer de wielen met de meegeleverde
bougiesleutel (fi g. 7c, pos. 13).
3. De instelling van de maaihoogte gebeurt de-
centraal: alle 4 de wielen moeten afzonderlijk
worden afgesteld. Leg vast welke van de 3
maaihoogtes u instelt. (fi g. 7a)
Positie 1: lage maaihoogte
Positie 2: middelste maaihoogte (voor nor-
maal gebruik voldoende)
Positie 3: hoge maaihoogte
Opgelet: Bij alle 4 de wielen dient steeds dezelf-
de maaihoogte te worden afgesteld.
4. Monteer de wielen (pos. 14) zoals getoond in
fi g. 7a-7c met de meegeleverde bougiesleutel
(pos. 13).
Opgelet: Om de wielen aan de rechterkant te
bevestigen moeten de schroeven met de rechtse
schroefdraad (pos. 16) worden gebruikt. Voor de
linkerkant worden schroeven met linkse schroef-
draad (pos. 17) gebruikt.
5. Monteer de wieldoppen (fi g. 7d, pos. 15).
- 78 -
18.10.2016 15:59:58
18.10.2016 15:59:58