1. Plaats de fondueset op een vlak stabiel en hittebestendig oppervlak.
2. Vul de fonduepan met niet meer dan 1,5 liter olie of bouillon, geschikt voor fonduen.
3. Plaats de antispat fonduering op de fonduepan.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Draai de thermostaatknop naar de gewenste stand. Het indicatielampje geeft aan dat het
verwarmingselement is ingeschakeld. Als het indicatielampje niet meer brandt, dan is de gewenste
temperatuur bereikt. Draai de thermostaatknop naar de MAX-stand voor een klassieke vleesfondue.
Draai de thermostaatknop ergens tussen de MIN- en MAX-stand, voor een Oosterse fondue,
visfondue, kaasfondue of chocoladefondue. Om snel en gelijkmatig te smelten, raden wij aan om
geschaafde of geraspte kaas en kleine stukjes chodolade te gebruiken.
6. Zorg ervoor dat de vloeistof in de fonduepan de juiste temperatuur heeft. De temperatuur is goed
ingesteld als de vloeistof licht borrelt. Als de vloeistof niet borrelt, is de temperatuur te laag en als de
vloeistof hevig borrelt, is de temperatuur te hoog.
7. Doop het voedsel (gesneden in plakjes/blokjes) met behulp van de meegeleverde fonduevorken,
voorzichtig in de pan. Leg de fonduevorken voorzichtig in de inkepingen van de antispat fonduering.
8. Zorg ervoor dat het voedsel voldoende gaar wordt. Naargelang het formaat van de stukjes duurt dit
ongeveer 4-7 minuten. Wanneer het voedsel gaar is, neemt u de fonduevorken uit de pan en legt
u het voedsel op uw bord. Steek de fonduevork, nooit rechtstreeks in uw mond, u kunt zo ernstige
brandwonden oplopen.
9. Draai de thermostaatknop bij einde gebruik weer helemaal naar links (MIN-stand) en haal vervolgens
de stekker uit het stopcontact.
LET OP:
•
Meng nooit water met olie. Dit kan uiterst gevaarlijk zijn!
•
Diepvriesproducten dienen vooraf volledig ontdooid te zijn.
•
Zorg ervoor dat de producten goed droog zijn voordat ze worden gefrituurd. Vochtige producten
kunnen de hete vloeistof hevig doen opspatten.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het vullen en legen van de fonduepan en bij het verwijderen en plaatsen
van de antispat fonduering. De binnenzijde van beide onderdelen zijn erg heet en de hete damp, vet-
of oliespetters kunnen brandwonden veroorzaken.
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig het apparaat na ieder gebruik.
1. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen.
2. Giet de afgekoelde olie in 1 of meerdere lege flessen en lever deze in bij het dichtbijzijnste inzamelpunt.
3. Verwijder de resterende olie met behulp van absorberend keukenpapier.
4. Reinig de binnenkant van de fonduepan, de fonduevorken en de antispat fonduering in een warm sopje.
Spoel de onderdelen goed af en droog ze vervolgens grondig na met een droge doek. De fonduevorken
en de antispat fonduering zijn vaatwasser geschikt.
5. Reinig de buitenkant van de fonduepan en de verwarmingsbasis met een vochtige doek.
6. Berg het apparaat op een droge plaats op.
LET OP:
•
Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u het gaat schoonmaken.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals
messen of harde borstels) bij het reinigen.
•
Dompel het apparaat, het snoer en de stekker van het apparaat nooit onder in water of een andere
vloeistof.
19
NL