17. Als de zaagketting verstopt raakt, schakelt u
altijd het gereedschap uit en verwijdert u de
accu voordat u schoonmaakt.
18. Door het toerental van het gereedschap te ver-
hogen terwijl de zaagketting verstopt zit, wordt
de belasting hoger en wordt het gereedschap
beschadigd.
19. Zorg ervoor dat u een vluchtroute hebt, weg
van de vallende tak, voordat u de tak afzaagt.
Ruim eerst alle obstakels op, zoals grote en
kleine takken, uit het werkgebied. Verplaats
alle gereedschappen en voorwerpen op de
vluchtroute naar een veilige plaats.
20. Alvorens kleine en grote takken af te zagen,
controleert u de valrichting ervan, rekening
houdend met de toestand van de kleine en
grote takken, naastgelegen bomen, de wind-
richting, enz. Let goed op de valrichting en het
terug omhoog springen van de tak nadat deze
op de grond is gevallen.
21. Houd het gereedschap nooit vast onder een
hoek groter dan 60°. Anders kunnen vallende
voorwerpen de gebruiker raken en ernstig let-
sel veroorzaken. Ga nooit onder de tak staan
die wordt afgezaagd.
22. Let goed op geknakte of gebogen takken. Zij
kunnen terugspringen tijdens het zagen en onver-
wacht letsel veroorzaken.
23. Voordat u de beoogde tak doorzaagt, verwij-
dert u de takjes en bladeren eromheen. Als u
dat niet doet, kunnen deze in de zaagketting klem
komen te zitten.
24. Om te voorkomen dat de zaagketting vastloopt
in de zaagsnede, mag u de hendel niet loslaten
voordat u het gereedschap uit de zaagsnede
hebt getrokken.
25. Als de zaagketting in de zaagsnede is vast-
gelopen, schakelt u onmiddellijk het gereed-
schap uit, beweegt u voorzichtig de tak om de
zaagsnede te openen en bevrijdt u het gereed-
schap eruit.
26. Voorkom terugslag (roterende reactiekracht in
de richting van de gebruiker). Om terugslag te
voorkomen, mag u nooit de punt van het zaag-
blad gebruiken om een zaagsnede te begin-
nen. Let altijd goed op de positie van de punt
van het zaagblad.
27. Controleer de kettingspanning vaak. Alvorens
de kettingspanning te controleren of in te
stellen, schakelt u het gereedschap uit en
verwijdert u de accu. Als de ketting te los staat,
spant u hem.
Vervoeren
1.
Alvorens het gereedschap te vervoeren, zet u
het gereedschap uit en verwijdert u de accu.
Plaats altijd de zaagbladschede over het
zaagblad wanneer u het gereedschap gaat
vervoeren.
2.
Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt
u het horizontaal door de handgreep vast te
pakken.
Onderhoud
Laat uw gereedschap onderhouden door ons
1.
erkende servicecentrum met gebruikmaking
van uitsluitend originele vervangingsonderde-
len. Een verkeerde reparatie of slecht onderhoud
kan de levensduur van het gereedschap verkorten
en de kans op ongelukken vergroten.
2.
Alvorens enige onderhouds-, reparatie- of
reinigingswerkzaamheden uit te voeren aan
het gereedschap, schakelt u het gereedschap
altijd uit en verwijdert u de accu. Wacht totdat
het gereedschap is afgekoeld.
3.
Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer
u de zaagketting hanteert.
4.
Draai na ieder gebruik alle schroeven, bouten en
moeren vast, uitgezonderd de stelschroeven.
5.
Houd de zaagketting scherp. Als de zaagket-
ting bot is geworden en hij slecht zaagt, vraagt
u een erkend Makita-servicecentrum om hem
te slijpen of te vervangen door een nieuwe.
6.
Probeer geen onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden uit te voeren die niet in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven. Vraag
een erkend Makita-servicecentrum om derge-
lijke werkzaamheden uit te voeren.
Gebruik altijd uitsluitend originele vervan-
7.
gingsonderdelen en accessoires van Makita.
Als u onderdelen of accessoires van derden
gebruikt, kan het gereedschap defect raken,
eigendommen worden beschadigd en/of ernstig
letsel worden veroorzaakt.
Opbergen
1.
Alvorens het gereedschap op te bergen, voert
u alle reinigings- en onderhoudswerkzaam-
heden uit. Plaats de zaagbladschede over het
zaagblad. Verwijder de accu. Tap de kettingolie
af nadat het gereedschap is afgekoeld.
2.
Berg het gereedschap op een droge en hoge
of afgesloten plaats op, buiten het bereik van
kinderen.
3.
Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan
leunen, zoals tegen een muur. Als u dit doet, kan
het plotseling vallen en letsel veroorzaken.
Elektrische veiligheid en accu
1.
Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
2.
Open of vervorm de accu('s) niet. Het elektrolyt
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
3.
Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
4.
Laad de accu niet buitenshuis op.
5.
Raak de lader, inclusief de stekker en de con-
tacten van de lader, niet met natte handen aan.
Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
6.
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen
en stel het niet bloot aan regen. Als water bin-
nendringt in het gereedschap, wordt de kans op
een elektrische schok groter.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
71 NEDERLANDS