4. Reglementair gebruik
De compressor dient om perslucht te produceren voor op
perslucht draaiende gereedschappen die met een luchthoe-
veelheid tot ca. 260 l/min kunnen worden aangedreven
(b.v. bandenvuller, uitblaaspistool en lakpistool). Op grond
van het beperkte luchtdebiet is het niet mogelijk gereed-
schappen aan te drijven die zeer veel lucht verbruiken (b.v.
vlakschuurmachine, staafslijper en slagschroever).
De machine mag slechts voor werkzaamheden worden
gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand
gebruik is niet reglementair. Voor daaruit voortvloeiende
schade of letsel van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze toestellen overeenkomstig hun be-
stemming niet ontworpen zijn voor commercieel, ambachte-
lijk of industrieel gebruik. Wij zijn niet aansprakelijk indien
het apparaat in ambachtelijke of industriële bedrijven
alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
5. Veiligheidsaanwijzingen
m Let op! Bij gebruik van elektrische apparaten dient
u de volgende fundamentele veiligheidsmaatregelen te
nemen ter bescherming tegen elektrische schokken, letsel
en brandgevaar. Lees alle voorschriften alvorens deze ma-
chine te gebruiken en bewaar de veiligheidsvoorschriften.
m Let op! Bij gebruik van deze compressor dienen de
volgende fundamentele veiligheidsvoorschriften te worden
opgevolgd ter bescherming tegen elektrische schok, licha-
melijk gevaar en brandrisico. Lees deze voorschriften en
leef ze na alvorens het toestel te gebruiken.
Veilig werken
1
Hou u uw werkplaats netjes
–
Wanorde op uw werkplaats leidt tot gevaar voor
ongelukken.
2
Hou rekening met de omgevingsinvloeden
–
Stel elektrisch materieel niet bloot aan de regen.
Gebruik elektrisch materieel niet in vochtige of
–
natte omgeving. Gevaar door elektrische schok!
–
Zorg voor een goede verlichting.
–
Gebruik elektrisch materieel niet in de buurt van
brandbare vloeistoffen of gassen.
3
Bescherm u tegen elektrische schok
–
Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen,
b.v. buizen, radiatoren, fornuizen, koelkasten.
Hou kinderen weg!
4
–
Laat geen andere personen het gereedschap of
de kabel raken, hou ze weg van uw werkgebied.
5
Bewaar uw gereedschappen op een veilige plaats
–
Niet gebruikte gereedschappen moeten in een
droge gesloten ruimte buiten bereik van kinderen
worden bewaard.
6
Overbelast uw gereedschap niet
–
U werkt beter en veiliger in het opgegeven vermo-
gensgebied.
7
Draag de gepaste werkkledij
–
Bij het werken in open lucht draagt u best rubber
handschoenen en slipvast schoeisel.
Bij het werken in open lucht draagt u best rubber-
–
handschoenen en slipvast schoeisel.
–
Draag bij lang haar een haarbescherming.
8
Onttrek de kabel niet aan zijn eigenlijke bestemming
–
Draag het gereedschap niet aan de kabel en ge-
bruik de kabel niet om de stekker uit het stopcon-
tact te trekken. Bescherm de kabel tegen hitte, olie
en scherpe kanten.
9
Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig
–
Hou uw compressor schoon om goed en veilig te
werken.
–
Neem de onderhoudsvoorschriften in acht.
–
Controleer regelmatig de stekker en de kabel
en laat deze bij beschadiging door een erkende
vakman vervangen.
–
Controleer de verlengkabel regelmatig en ver-
vang beschadigde kabels.
10
Neem de stekker uit het stopcontact
–
Als u de machine niet gebruikt, voordat u onder-
houd uitvoert of gereedschappen wisselt, zoals
zaagbladen, boren en frezen.
11
Voorkom onbedoelde inschakeling
–
Controleer of de schakelaar is uitgeschakeld wan-
neer u de stekker in het stopcontact steekt.
12
Gebruik een verlengsnoer voor gebruik buitenshuis
–
Gebruik buitenshuis uitsluitend verlengsnoeren die
hiervoor zijn goedgekeurd en die als zodanig zijn
gelabeld.
–
Gebruik de snoeren alleen als de trommel is
afgerold.
13
Blijf steeds alert
–
Ga voorzichtig te werk. Gebruik uw gezond
verstand tijdens de werkzaamheden. Gebruik de
machine niet wanneer u niet geconcentreerd bent.
14
Controleer uw toestel op beschadigingen
–
Voordat u het gereedschap verder gebruikt dient
u de veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig op hun behoorlijke en
reglementaire werkwijze te controleren.
Controleer of de bewegelijke onderdelen naar
–
behoren functioneren en niet klem zitten alsook
of onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten naar behoren gemonteerd zijn om de
veiligheid van de machine te verzekeren.
–
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en onderde-
len dienen deskundig door een erkende vakwerk-
plaats te worden hersteld of vervangen tenzij in
de handleidingen anders vermeld.
–
Beschadigde schakelaars dienen door een
klantendienst-werkplaats te worden vervangen.
–
Gebruik geen defecte of beschadigde aansluit-
kabels.
Gebruik geen gereedschappen waarvan de scha-
–
kelaar niet kan worden in- of uitgeschakeld.
NL/BE
35