Anleitung_BCD_12_1_SPK2__ 13.02.13 15:42 Seite 21
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 60745.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745.
Boren in metaal
Trillingsemissiewaarde a
≤ 2,5 m/s
2
h
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Schroeven zonder klopfunctie
Trillingsemissiewaarde a
≤ 2,5 m/s
2
h
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Aanvullende informatie omtrent elektrische
gereedschappen
Waarschuwing!
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure en kan
veranderen naargelang van de wijze waarop het
elektrische gereedschap wordt gebruikt en in
uitzonderingsgevallen boven de opgegeven waarde
liggen.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden
gebruikt om elektrische gereedschappen onderling te
vergelijken.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt om voor begin van de werkzaamheden de
nadelige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
n
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
n
Pas uw manier van werken aan het toestel aan.
n
Overbelast het toestel niet.
n
Laat het toestel indien nodig nazien.
n
Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt.
n
Draag handschoenen.
n
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt dit
elektrisch gereedschap naar behoren bediend.
Volgende gevaren kunnen zich voordoen in
verband met de bouwwijze en uitvoering van dit
elektrisch gereedschap:
70 dB (A)
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
3 dB
wordt gedragen.
81 dB (A)
2. Gehoorschade indien geen gepaste
gehoorbeschermer wordt gedragen.
3 dB
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit uit
hand-arm-trillingen indien het toestel lang zonder
onderbreking wordt gebruikt of niet naar behoren
wordt gehanteerd en onderhouden.
6. Vóór inbedrijfstelling
Lees zeker de volgende instructies voordat u uw
accuschroevendraaier in gebruik neemt:
1. Laadt het accupack enkel m.b.v. de bijgeleverde
lader.
2. Enkel scherpe boren en intacte en gepaste
schroeverbits gebruiken.
3. Bij het boren en schroeven in muren en wanden
dient u die op verborgen stroom-, gas- en water-
leidingen te controleren.
7. Bediening
7.1 Accu laden (fig. 2-3)
1. Accupack de handgreep uit trekken (fig. 2) terwijl
u de grendelknoppen indrukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de lader het
stopcontact in.
3. Steek vervolgens het accupack de laadadapter
in. De lichtdiode (a) signaleert dat het accupack
wordt geladen. Tijdens het laden kan het
accupack wat warm worden, dat is echter
normaal.
Let op! Als het accupack volledig opgeladen
is wordt niet automatisch uitgeschakeld.
Als het accu-pack niet kan opgeladen worden,
vergewis U zich dan dat de
netspanning aan het stopcontact voorhanden is
n
en dat een perfect contact van de laadcontacten
n
van de oplader verzekerd is.
NL
21