GEBRUIK
Smeer het gereedschap voor gebruik.
Lees het gedeelte 'VERZORGING EN
ONDERHOUD' voor smeerinstructies.
Draai de spanmoer voor de spantang
(item nr. 30) met de hand of met een
sleutel linksom los terwijl u de andere
sleutel op de platte kanten van de
spantangbasis (item nr. 25) houdt.
Plaats een slijpaccessoire zoals een
slijpsteen in het spantanggat.
Draai de spanmoer van de spantang met
een sleutel rechtsom vast met terwijl u de
andere sleutel op de platte kanten van de
spantangbasis houdt. Zorg ervoor dat de
spanmoer van de spantang goed vastzit.
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend
slijpaccessoires met een nominaal
toerental dat gelijk is aan of groter is dan
het toerental van het gereedschap zelf.
Verwijder de luchtkap van de
luchtinlaat van het gereedschap en
sluit de luchttoevoerslang aan op het
gereedschap. Stel de luchtdruk in op 6,3
bar.
Duw de vergrendeling van de
toerentalregelaar naar voren en druk
de regelaar omlaag. Hoe ver u de
toerentalregelaar indrukt, bepaalt de
rotatiesnelheid van het gereedschap. Dan
begint het gereedschap te werken.
122