stekker in het stopcontact steekt.
Sluit het apparaat aan op het elektrici-
teitsnet.
Zet het apparaat aan met de aan-uit-
knop.
Selecteer de gewenste apparaatfunctie.
Selecteer de gewenste snelheid.
Werk met het voedsel dat u wilt verwer-
ken.
Stop het apparaat door de aan-uitknop
los te laten. Trek de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Berg de kabel op in de kabelbehuizing.
Neem de niveau-indicator MAX in acht.
Wanneer u hete vloeistoffen gebruikt,
mag u de hakmolen niet meer dan half
vullen.
Kies bij het mengen van hete vloeistof-
fen in de kan te allen tijde de langzaam-
ste snelheid op de snelheidskeuzescha-
kelaar.
Gebruik het apparaat niet langer dan
1 minuut per keer. Als u in cycli werkt,
moe u het apparaat tussen elke cyclus
minimaal 1 minuut laten rusten. Laat het
apparaat in geen geval langer dan nodig
in werken.
Gebruik het apparaat niet voor diep-
vriesproducten of producten die botten
bevatten.
REINIGEN:
Haal de stekker uit het stopcontact en
laat het apparaat afkoelen voordat u het
gaat reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmid-
del en droog het vervolgens af.
Gebruik geen oplosmiddelen, produc-
ten met een zure of basische pH zoals
bleekmiddel, of schurende producten
om het apparaat te reinigen.
Dompel het apparaat nooit onder in
water of een andere vloeistof en plaats
het nooit onder stromend water.
Wees tijdens het reinigen extra voor-
zichtig met de messen, want die zijn
zeer scherp.
Het is raadzaam het apparaat regelmatig
schoon te maken en voedselresten te
verwijderen.
Indien het apparaat niet goed gereinigd
wordt, kan het oppervlak van het appa-
raat aangetast worden en de levensduur
van het apparaat absoluut verkorten.
Ook kan het gebruik van het apparaat
onveilig worden.
Het apparaat kan worden gereinigd in
een heet sopje of in de vaatwasmachine
(met een mild reinigingsprogramma).
De volgende onderdelen kunnen in de
vaatwasmachine worden gereinigd (met
een mild reinigingsprogramma):
Mixervoet (D), garde (E) maatbeker (H) +
hakmolen (G) kunnen in de vaatwasser
worden gereinigd.
Fig. 4
alvorens deze te monteren en op te
bergen.
Breng het apparaat naar een erkende
technische dienst als het product be-
schadigd is of als er andere problemen
optreden. Probeer het apparaat niet zelf
te demonteren of te repareren, aange-
zien dit gevaarlijk kan zijn.
55
De afdruip-/
droogstand van de
onderdelen die in de
vaatwasser mogen
of met de hand mo-
gen worden gewas-
sen, moet zodanig
zijn dat het water
gemakkelijk kan
weglopen (afb. 4).
Droog vervolgens
alle onderdelen
NL