U kunt de ventilatorsnelheid ook instellen met de afstandsbediening. De volgende
ventilatorsnelheden zijn beschikbaar:
–
LAGE VENTILATORSNELHEID INSTELLEN
–
HOGE VENTILATORSNELHEID INSTELLEN
De koelmodus wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de tempera-
tuur in de ruimte lager is dan de ingestelde temperatuur. Het apparaat
gaat dan ventileren. Als de temperatuur in de ruimte stijgt, wordt de
koelmodus weer geactiveerd.
7.2.2. Ventilatiemodus
In deze bedrijfsmodus wordt de lucht in de ruimte rondgeblazen, maar niet ge-
koeld.
Kies de ventilatiemodus op de airco of op de afstandsbediening. Het controle-
lampje
brandt.
Druk op de toets
lage ventilatorsnelheid in te stellen.
Bij hoge ventilatorsnelheid brandt het controlelampje
Bij lage ventilatorsnelheid brandt het controlelampje
U kunt de ventilatorsnelheid ook instellen met de afstandsbediening. De volgende
ventilatorsnelheden zijn beschikbaar:
–
LAGE VENTILATORSNELHEID INSTELLEN
–
HOGE VENTILATORSNELHEID INSTELLEN
In de ventilatiemodus kunt u de temperatuur en de slaapmodus niet
instellen.
7.2.3. Ontvochtigingsmodus
In deze bedrijfsmodus wordt de luchtvochtigheid in de ruimte verlaagd.
Kies de ontvochtigingsmodus op de airco of op de afstandsbediening. Het con-
trolelampje
Voor een betere ontvochtiging houdt u deuren en ramen gesloten.
De temperatuur, de slaapmodus en de ventilatorsnelheid
kunt u in de ontvochtigingsmodus niet instellen.
VENTILATORSNELHEID INSTELLEN om een hoge of
brandt.
.
.
DE
FR
NL
ES
IT
125