NEDERLANDS
Druk de beschermkap omlaag en draai de kap linksom op
u
z'n plaats.
Draai de schroef (6) vast en bevestig zo de beschermkap.
u
Verwijderen
Draai de schroef (6) los.
u
Draai de beschermkap naar links tot de openingen (7)
u
tegenover de inkepingen (8) uitkomen.
Verwijder de beschermkap van het gereedschap.
u
Waarschuwing! Gebruik het apparaat nooit zonder de
beschermkap.
Monteren van de zijhandgreep
Schroef de zijgreep (4) in een van de montagegaten van
u
het gereedschap.
Waarschuwing! Maak altijd gebruik van de zijhandgreep.
Monteren en verwijderen van slijpschijven (afb. B
- D)
Gebruik altijd het juiste type schijf voor uw specifieke
toepassing. Gebruik altijd schijven met de juiste diameter en
asgaten (zie technische gegevens).
Monteren
Bevestig de beschermkap zoals hierboven beschreven.
u
Plaats de binnenste flens (10) op de spil (5), zoals wordt
u
getoond (afb. B). Let erop dat de flens op de juiste manier
is geplaatst op de platte zijden van de as.
Plaats de schijf (11) op de as (5) zoals wordt getoond (afb.
u
B). Als de schijf een verhoogd middelpunt (12) heeft,
plaats dan het verhoogde gedeelte naar de binnenste
flens gericht.
Controleer dat de schijf op de juiste manier op de
u
binnenste flens is geplaatst.
Plaats de buitenste flens (13) op de as. Bij het plaatsen
u
van een slijpschijf moet u erop letten dat het verhoogde
middelpunt op de buitenste flens naar de schijf is gericht
(A in afb. C). Bij het plaatsen van een zaagschijf, moet u
erop letten dat het verhoogde middelpunt van de buitenste
flens niet naar de schijf is gericht (B in afb. C).
Houd de asvergrendeling (2) ingedrukt en draai de
u
buitenste flens vast met behulp van de tweepens-
steeksleutel (14) (afb. D).
Verwijderen
Houd de asvergrendeling (2) ingedrukt en draai de
u
buitenste flens (13) los met behulp van de tweepens-
steeksleutel (14) (afb. D).
Verwijder de buitenste flens (13) en de schijf (11).
u
54
(Vertaling van de originele instructies)
Oppervlakken slijpen met slijpschijven
Geef het gereedschap de tijd volledig op snelheid te
u
komen voor u met het gereedschap het werkoppervlak
raakt.
Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak, laat het
u
gereedschap op hoge snelheid z'n werk doen. Het
rendement van de haakse slijper is het grootst wanneer
het gereedschap op hoge snelheid werkt.
Houd een hoek aan van 20˚ tot 30˚ tussen het
u
gereedschap en het werkoppervlak, zoals wordt getoond
in afbeelding F.
Verplaats het gereedschap voortdurend in een
u
voorwaartse en achterwaartse beweging zodat wordt
voorkomen dat er groeven in het werkoppervlak ontstaan.
Til het gereedschap van het werkoppervlak voordat u het
u
gereedschap uitschakelt. Leg het gereedschap pas neer
wanneer het tot stilstand is gekomen.
Randen slijpen met slijpschijven
Schijven waarmee wordt gezaagd of waarmee randen worden
geschuurd, kunnen breken of terugslaan als ze worden
gebogen of gedraaid bij afkortwerk of zwaar slijpwerk. Slijpen
van randen/ afkorten met een schijf van Type 27 moet worden
beperkt tot ondiep afkorten en inzagen, minder dan 13 mm
diep wanneer de schijf nieuw is. Beperk de diepte van het
afkorten/inzagen in overeenstemming met de afname van de
schijfradius wanneer de schijf slijt. Raadpleeg de 'Tabel slijp-
en afkortaccessoire' aan het einde van deze handleiding voor
meer informatie. Slijpen van randen/afkorten met een schijf
van Type 41 vraag gebruik van een beschermkap van Type
41.
Geef het gereedschap de tijd volledig op snelheid te
u
komen voor u met het gereedschap het werkoppervlak
raakt.
Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak, laat het
u
gereedschap op hoge snelheid z'n werk doen. Het
rendement van de haakse slijper is het grootst wanneer
het gereedschap op hoge snelheid werkt.
Ga zo staan dat de open onderzijde van de schijf van u af
u
is gericht.
Verander niet meer de hoek van de zaagsnede wanneer
u
het zagen is begonnen en er in het werkstuk een inkeping
is ontstaan. Wanneer u de hoek verandert, zal daardoor
de schijf worden gebogen en dat kan leiden tot breuk van
de schijf.
Schijven voor het slijpen van randen zijn niet bestand
tegen zijdelingse druk die wordt veroorzaakt door buigen.
Til het gereedschap van het werkoppervlak voordat u het
u
gereedschap uitschakelt. Leg het gereedschap pas neer
wanneer het tot stilstand is gekomen.