Nederlands
3. Houtboor: Code Nr. 959183
4. Boorkop adapter-set: Code Nr. 996195
Monteer de boren, die in de handel verkrijgbaar
zijn, om gaten in het materiaal te boren.
5. Holster: Code Nr. 307824
Gebruik de holster voor het vasthouden van het
apparaat tijdens de bediening.
Lees, in het belang van uw veiligheid, vóór het
gebruik aandachtig de veiligheidsvoorschriften die
bij de holster zijn ingesloten.
6. Haak: Code Nr. 308090
Gebruik de haak voor het vasthouden van het
apparaat tijdens de bediening.
Lees voor het juiste gebruik van de haak anndachtig
de bedieningsvoorschriften die bij de haak zijn
ingesloten.
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
Vast-en losdraaien van kleine schroeven, Kleine
bouten e.d.
30
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accuvergrendeling om de batterij te verwijderen
(Zie Afb. 1 en 2)
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht
(Zie Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de Slagschroevedraaier dient de
batterij als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het acculader op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (met tussenpozen van 1 sekonde).
2. Steek de batterij in het acculader.
Plaats de batterij zodanig dat het naamplaatje naar
het waarschuwingslabel van de acculader wijst. Druk
de batterij verder totdat deze de bodemplaat. (Zie
afb. 1 en 3.)
OPGELET
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus
en min worden geplaatst, anders wordt niet alleen
het opladen onmogelijk, maar kan ook de zekering
springen, of kunnen storingen in de werking van
de oplader ontstaan zoals een beschadigd oplaad-
kontakt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1).
Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.