NL
CARBEST gasfornuis l 70178-70181 / 70183 / 70557-70559 / 70561-70563 / 70567-70569
Indien dit toch gebeurt:
• controleer de gebruikte gassoort/druk: deze moet overeenkomen met die op het plaatje van het appa-
raat;
• controleer of de onderdelen van de brander (vlamverdeler, kap) door de montage van het toestel niet
zijn verschoven.
Indien het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de Technische Assistentie.
6. Ventilatie
Dit apparaat is niet aangesloten op een apparaat voor de afvoer van verbrandingsproducten. Daarom moet
het worden aangesloten volgens de geldende installatienormen. Let in het bijzonder op de plaatselijke wetge-
ving inzake ventilatie en beluchting.
In het bijzonder (UNI 7131) moet de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd:
• voorzien zijn van een systeem om de verbrandingsgassen naar buiten af te voeren, via een afzuigkap of
een elektrische ventilator die automatisch begint te werken telkens als het apparaat wordt ingeschakeld;
• een systeem hebben dat de voor een goede verbranding noodzakelijke luchtstroom toelaat (ten minste
2 m3/h per kW geïnstalleerd vermogen). Deze kan worden verkregen door de lucht rechtstreeks van
buiten te halen (sectie van ten minste 100 cm2, om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt geblok-
keerd), of indirect uit aangrenzende ruimten (geen slaapkamers of ruimten met explosiegevaar) die
rechtstreeks worden geventileerd en via permanente openingen met het eerste verbonden zijn.
Het toestel wordt gevoed met LPG (vloeibaar petroleumgas). LPG is zwaarder dan lucht, zodat het naar be-
neden zakt. Daarom moeten de LPG-flessen een opening naar buiten hebben, zodat eventuele gaslekken op
een laag niveau kunnen worden afgevoerd. Lege of gedeeltelijk gevulde LPG-flessen mogen niet worden geïn-
stalleerd of bewaard in kamers of ruimtes onder de grond (kelders enz.).
Gasflessen die worden gebruikt, mogen in dezelfde ruimte worden bewaard op een plaats waar ze niet recht-
streeks door warmtebronnen (50°C) worden beïnvloed.
7. Aanpassingen en transformaties
Afstelling is niet nodig:
• de branders zijn vaste primaire luchtbranders;
• aangezien de enige voeding LPG is (in overeenstemming met de op het plaatje aan de onderzijde van
het toestel aangegeven waarde), zijn de minimumniveaus reeds in de fabriek ingesteld. De omloop-
schroef van de klep is reeds volledig aangedraaid. Indien tijdens het gebruik een onvoldoende vlam in
de Minimumstand wordt geconstateerd, is het verboden in te grijpen in de schroef van de omloopklep.
Controleer de toestand van het systeem (eventuele vernauwing van de aansluitingen; de toevoerdruk
van het toestel staat vermeld op het plaatje) of van de op de gasfles gemonteerde drukregelaar.
WAARSCHUWING! Het toestel behoort tot categorie één (I3+ of I3B/P), zodat geen transformatie
voor gebruik met andere gassoorten mogelijk is. Demontage van de injectoren voor overschake-
ling op andere gassoorten is niet toegestaan.
82