Het contrast aanpassen
(CONTRAST)
Pas het beeldcontrast aan.
Opmerking
U kunt het contrast niet aanpassen wanneer de
HOOG, MIDDEN of LAAG (pagina 10).
1
Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2
Druk op de m/M toetsen om 6 (CONTRAST) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het CONTRAST menu verschijnt op het scherm.
3
Druk op de m/M toetsen om het contrast aan te
passen en druk op de OK toets.
Het zwartniveau van een beeld
aanpassen (HELDERHEID)
Pas de helderheid van het beeld aan (zwartniveau).
Opmerking
U kunt de helderheid niet aanpassen wanneer de
op HOOG, MIDDEN of LAAG (pagina 10).
1
Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2
Druk op de m/M toetsen om 8 (HELDERHEID) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het HELDERHEID menu verschijnt op het scherm.
3
Druk op de m/M toetsen om de helderheid aan te
passen en druk op de OK toets.
De scherpte en centrering van het
beeld aanpassen (SCHERM)
x Functie voor automatisch aanpassen van de
beeldkwaliteit
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt,
worden de positie en scherpte van het beeld (fase/
pitch) automatisch aangepast zodat er een
duidelijk beeld op het scherm verschijnt
(pagina 16).
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, functioneert alleen de 1 (aan/uit) schakelaar.
Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de
functie voor het automatisch aanpassen van de
beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal
automatisch verder aanpassen. Zie AUTO hieronder.
12
Als u de beeldkwaliteit nog verder moet aanpassen
U kunt de scherpte (fase/pitch) en positie (horizontale/verticale
positie) van het beeld handmatig aanpassen.
Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en
automatisch opgeroepen wanneer het scherm hetzelfde
ingangssignaal ontvangt.
stand is ingesteld op
U moet deze instellingen wellicht opnieuw maken als u het
ingangssignaal wijzigt nadat u de computer opnieuw hebt
aangesloten.
x De beeldkwaliteit voor het huidige
1
2
3
stand is ingesteld
4
x De scherpte van het beeld handmatig
U kunt de scherpte van het beeld als volgt aanpassen.
1
2
3
4
5
ingangssignaal automatisch verder
aanpassen (AUTO)
Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
Druk op de m/M toetsen om
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
Druk op de m/M toetsen om AUTO te selecteren en
druk op de OK toets.
Pas de fase, pitch en horizontale/verticale positie van het
scherm aan voor het huidige ingangssignaal en sla deze
instellingen op.
Druk op de m/M toetsen om
op de OK toets.
Ga terug naar het menuscherm.
aanpassen (FASE/PITCH)
Stel de resolutie in op 1280 × 1024 op de computer.
Plaats de CD-ROM.
Start de CD-ROM, selecteer het land/de regio en het
model en geef het testpatroon weer.
Voor Windows
Klik op [Utility] t [Windows]/[Win Utility.exe].
Voor Macintosh
Klik op [Utility] t [Mac]/[Mac Utility].
Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
Druk op de m/M toetsen om
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
(SCHERM) te
te selecteren en druk
(SCHERM) te