NL
2 - Frequentieomvormer
Storingscode
van frequentie
regelaar
Gebrek aan water
E1
Droogdraaien
Sensor is buiten
E2
gebruik
E3
Voltage is te laag
E4
Voltage is te hoog
E5
De stroom is te groot
E6
Faseverlies
E7
Geblokkeerde rotor
E8
Communicatiestoring
E9
IPM is oververhit
Tabel 3 Storingscode van waterpomp
Overeenkomende
Storingsindicatielampjes
storingen
Het storingslampje watertekort
(
) brandt normaal, en het
storingslampje uitschakeling (
) brandt.
Het storingslampje watertekort
(
) knippert, en het
storingslampje uitschakeling
( ) brandt.
Het sensorstoringslampje
(
) brandt normaal, en het
storingslampje uitschakeling
( ) brandt.
Het voltage (stroom)
storingslampje ( ) brandt,
en het storingslampje
uitschakeling ( ) brandt.
Het voltage (stroom)
storingslampje ( ) brandt,
en het storingslampje
uitschakeling ( ) brandt.
Het voltage (stroom)
storingslampje ( ) brandt,
en het storingslampje
uitschakeling ( ) brandt.
Het motorstoringslampje
(
storingslampje uitschakeling
( ) brandt.
Het motorstoringslampje
(
storingslampje uitschakeling
( ) brandt.
Er.8 of niets wordt
weergegeven in het nixiebuis
statusweergavegebied.
Het storingslampje uitschakeling
( ) brandt.
) brandt, en het
) knippert, en het
Tegenmaatregelen
Controleer of de waterbron en
de waterdruk voldoende zijn,
of de lucht in het pomphuis is
afgevoerd, en of de diameter
van de toevoerleiding groter is
dan of gelijk is aan die van de
afvoerleiding.
Controleer of de
geleidingsdraad van de
druksensor normaal is of
vervang de druksensor.
Stel de voedingsspanning in op
0,9~1,1 maal het bereik van de
nominale waarde.
Stel de voedingsspanning in op
0,9~1,1 maal het bereik van de
nominale waarde.
Haal de stekker uit het
stopcontact en steek hem er
weer in.
1. Controleer of de driefase
wikkeling van de
elektromotor normaal is.
2. Controleer of de voerdraad
van de frequentieomvormer
en de elektromotor in open
kring staan.
Beweeg de schoepen om
de rotor soepel rond te
laten draaien of demonteer
het pomphuis om vuil te
verwijderen.
Open het deksel van de
bedieningskast, en controleer
of de platte kabel tussen
het toetsenbord en het
bedieningspaneel goed is
aangesloten.
Controleer of de
omgevingstemperatuur van de
waterpomp te hoog is.