11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over de reiniging
Reinig de voorkant van het apparaat uitsluitend met een microvezeldoek met warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinigingsmid‐
delen
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen brand veroor‐
zaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van het apparaat om resten en vet te verwijderen.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in het apparaat. Droog de ruimte na elk ge‐
bruik uitsluitend met een microvezeldoek.
Dagelijks gebruik
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Wacht alvorens te reinigen totdat
de draaischijf afgekoeld is. Er bestaat een risico dat de draaischijf kan breken. Gebruik al‐
leen een zachte doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in
een afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scherpe voor‐
Accessoires
werpen.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Wat te doen als...
Neem in alle gevallen die niet in deze tabel zijn opgenomen contact op met een erkend
servicecentrum.
Het apparaat gaat niet aan of warmt niet op
Probleem
U kunt het apparaat niet inschakelen of gebruiken.
Het apparaat warmt niet op.
Controleer of de volgende zaken van toepassing
zijn...
Het apparaat is op de juiste manier op een elektrische
toevoer aangesloten.
De automatische uitschakeling is gedeactiveerd.
NEDERLANDS
41