Code
Informatie
De kachel is automatisch uit-
Time
geschakeld door een stroom-
----
storing of door een slechte
aansluiting
Een aardbeving (magnitude
5 of meer), sterke trillingen
of een schok zorgen dat de
E01
kachel automatisch wordt
uitgeschakeld. (Het beveili-
gingssysteem tegen schokken
heeft gewerkt).
De kachel is automatisch
uitgeschakeld als gevolg van
E02
een storing bij het aanzetten
E03
of door de aanwezigheid van
water of stof op het brand-
stoffilter of in de vaste tank.
De stijging van de tempera-
tuur van de ruimte heeft
de kachel uitgeschakeld.
E07
(Het controlesysteem van de
temperatuur heeft gefuncti-
oneerd).
De kachel is automatisch
uitgeschakeld omdat de hete
luchtstroom, de ventilator of
Filter
het ventilatorfilter geblok-
E09
keerd of belemmerd zijn door
Filter
iets. (Het beveiligingssysteem
voor oververhitting heeft
gewerkt.)
In een afgesloten ruimte is de
kachel automatisch uitgescha-
E13
keld. (Het beveiligingssysteem
voor onvolledige verbranding
heeft gewerkt).
Door de verhoogde CO2-con-
centratie is de werking van
de kachel uitgeschakeld. (Het
E17
systeem voor de luchtkwali-
teitscontrole heeft gefunctio-
neerd).
Het controle-
De kachel is automatisch
lampje Aan
gestopt omdat de toets ON
knippert. Err
/ OFF ingedrukt bleef of ge-
licht op
blokkeerd is.
Gebrekkige werking. Kachel
F00 – F30
heeft onderhoud nodig
Actie
Herstel stroomstoring of
herstel de aansluiting. Druk
opnieuw op de toets ON / OFF
.
20
20
Zorg dat er geen brandbare
producten rond de kachel
zijn, of lekkage van brand-
stof. Druk opnieuw op de
toets ON / OFF
.
20
20
Verwijder het water en de
stof in de vaste tank. Reinig
het brandstoffilter (zie hoofd-
stuk M). Druk opnieuw op de
toets ON / OFF
.
20
20
Ventileer de ruimte. De ka-
chel laten afkoelen. Druk op
de toets ON / OFF
20
20
Verwijder obstakels voor de
uitgang van de ventilator.
Reinig de ventilatorfilter
(zie hoofdstuk M). Druk
opnieuw op de ON/OFF-toets
. Indien het probleem zich
20
20
herhaalt na het treffen van
bovenstaande handelingen,
neem dan contact op met uw
dealer.
De ruimte ventileren en de
toets ON / OFF
opnieuw in-
20
20
drukken. Zorg voor voldoen-
de ventilatie van de ruimte.
De ruimte ventileren en de
toets ON / OFF
opnieuw in-
20
20
stellen. Zorg voor voldoende
ventilatie van de ruimte.
Verwijder obstakels voor de
uitgang van de ventilator.
Reinig de ventilatorfilter
(zie hoofdstuk M). Druk
opnieuw op de ON/OFF-toets
. Indien het probleem zich
20
20
herhaalt na het treffen van
bovenstaande handelingen,
neem dan contact op met uw
dealer.
Let op de getoonde berich-
ten en schakel de kachel uit.
Neem contact op met uw
dealer
1
171