Opmerking: Druk op de TRACE-knop na elke afstelling.
8.1
Signalen interpreteren
De detector produceert een signaal van zodra deze ingeschakeld is.
•
Het signaal varieert naargelang het gedetecteerde object.
•
Bij ferrometalen geeft de detector een lage pieptoon weer en neigt de naald naar links.
•
•
Bij non-ferrometalen geeft de detector een hogere pieptoon weer en neigt de naald naar rechts.
Schommelend signaal
Dit wordt meestal veroorzaakt door externe bronnen zoals tl-lampen, taxi's, radio's,
•
stroomkabels en de nabijheid van andere metaaldetectoren. Hiertegen valt niet veel te beginnen.
Onderbroken geluid via luidspreker
Verschillende oorzaken zijn mogelijk:
•
Slechte batterijaansluitingen. Zorg ervoor dat de batterijen goed aangesloten zijn.
Een radio-uitzending van een voorbijrijdende taxi of een ander voertuig met zendapparatuur.
•
De luidspreker kan losgekomen zijn. Laat uw kleinhandelaar de luidspreker weer vastmaken.
•
Valse signalen
•
De detector geeft een sterk signaal wanneer hij een kostbaar voorwerp waarneemt. Geeft hij
geen signaal wanneer u veelvuldig over het voorwerp slingert, dan is het waarschijnlijk schroot.
Valse signalen worden veroorzaakt door een bevuilde bodem, elektrische storingen of grote
•
stukken schroot.
Een vals signaal wordt doorgaans snel afgebroken en wordt geen tweede keer herhaald.
•
9. Gebruikstips
Schattenjagen kan een winstgevende en dankbare hobby zijn als u er een geduldige en
•
toegewijde houding op na houdt. De tijd die u doorbrengt om een goede zoekplaats te bepalen
kan tijdverspilling zijn als u te gehaast zoekt. Om maximaal resultaat te behalen, beslist u best
op voorhand voor ieder terrein welke benadering u zult hanteren.
Uw tactiek zal afhangen van het soort terrein – een kleiner gebied grondig aftasten, rendeert
•
vaak meer dan lukraak op een groot terrein zoeken. Als het terrein echter te ver weg ligt om
meerdere bezoeken te brengen, bedenkt u best een strategie die een maximale oppervlakte
beslaat, maar toch detailzoeken mogelijk maakt.
•
Het gebeurt vaak dat er dicht in de buurt van een vondst later nog vondsten gedaan worden.
Bijgevolg zullen terreinen waar u veel signalen ontvangt de grootste kans op verdere vondsten
bieden.
Gedetailleerd zoeken doet u door banden af te bakenen die even breed zijn als de zijdelingse
•
beweging met de detector, en binnen die banden vooruit te gaan aan het tempo van de doorsnee
van de zoekschotel per zwaai, tot u de volledige band hebt afgestapt. Zo verdeelt u het hele
gebied dat u wilt doorzoeken in banden, en op die manier mist u geen enkel plekje. Houten
stokjes en koord zijn ideaal om banden af te bakenen maar vaak kunnen, mits een beetje
oefening, natuurlijke herkenningspunten zoals bomen, stenen en planten al even efficiënt zijn.
Terwijl u aan het zoeken bent, moet u er op letten de zoekschotel zo dicht mogelijk bij de grond
•
te houden. Op die manier kunt u tot op de maximale diepte zoeken. Het bereik van de detector
is beperkt en als u de zoekschotel te ver van de grond houdt, vermindert u de effectieve
zoekdiepte van uw speurtocht.
Probeer zo netjes mogelijk te werken als u voorwerpen opgraaft. Niemand ziet graag een
•
voetpad of een veld met putten door achteloos graafwerk – zelfs kleine putjes kunnen gevaarlijk
zijn omdat mensen daardoor kunnen struikelen en zich kwetsen.
•
Gebruik een stomp truweel of plantenschopje om een graszode uit te steken en schep die uit met
een klomp aarde eraan. Controleer eerst of de klomp aarde het gedetecteerde voorwerp bevat
voor u de klomp uiteenhaalt. Gebruik geen scherpe voorwerpen want een kras op een muntstuk
kan de waarde aanzienlijk doen dalen.
Plaats, nadat u het voorwerp opgegraven hebt, de grond en eventuele graszode zo netjes
•
mogelijk terug.
Een laatste nuttige tip: 'verzamel' alle zilverpapier en schroot die u vindt; als u het gewoon weg
•
gooit, zult u het later waarschijnlijk nog eens bespeuren!
10.
Nuttige informatie
Zoektips
10/10/2014
CS130
13
© Velleman nv