schouwd als misbruik van het apparaat. De gebruiker is als
enige aansprakelijk voor onjuist gebruik van het apparaat.
Aarding installatie
Dit apparaat is geclassificeerd als beschermingsklasse I en
moet worden aangesloten op een beschermende aarding. Aar-
ding vermindert het risico op elektrische schokken door een
ontsnappingsdraad voor de elektrische stroom te leveren.
Dit apparaat is voorzien van een netsnoer met aardingsstekker
of elektrische aansluitingen met aardingsdraad. De aansluitin-
gen moeten correct worden geïnstalleerd en geaard.
Belangrijkste onderdelen van het product
(Afb. 1 op pagina 3)
1. AAN/UIT-schakelaar met ingebouwde indicator (groen)
2. Displaypaneel toont verschillende functielampjes
3. Voorpaneel
4. Schuifdeur
5. IJsplank
6. Opslagcontainer voor ijs
7. IJscapaciteit sensor
8. Netsnoer
9. Inlaat watertoevoer
10. Gat afvoerbuis
11. Voeten
12. Afvoerdeksel
13. Netsnoer
Opmerking: De inhoud van deze handleiding is van toepassing
op alle vermelde items, tenzij anders aangegeven. Het uiterlijk
kan afwijken van de getoonde afbeeldingen.
Reserveonderdelen of accessoires
(Afb. 2 op pagina 3)
14. Watertoevoerslang
15. Waterafvoerslang
16. Reserve afdichtingsring x2
17. IJsschep
Bedieningspaneel
(Afb. 3 op pagina 4)
1. Bedieningsindicator (groen)
2. Weergave van fout (rood)
3. Opslagtank is vol (geel)
4. Het waterniveau is te laag (geel)
Voorbereiding voor gebruik
• Verwijder alle beschermende verpakkingen en wikkels.
• Controleer of het apparaat in goede staat verkeert en alle
accessoires heeft. Neem in geval van onvolledige of bescha-
digde levering onmiddellijk contact op met de leverancier.
Gebruik het apparaat in dit geval niet.
• Reinig de accessoires en het apparaat voor gebruik (zie ==>
Reiniging en onderhoud).
• Zorg ervoor dat het apparaat volledig droog is.
• Plaats het apparaat op een horizontaal, stabiel en hittebe-
stendig oppervlak dat veilig is tegen waterspatten.
• Bewaar de verpakking als u van plan bent uw apparaat in de
toekomst op te bergen.
• Bewaar de gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik.
OPMERKING! Vanwege productieresten kan het apparaat tij-
dens de eerste paar keer gebruik een lichte geur afgeven. Dit is
normaal en duidt niet op een defect of gevaar. Zorg ervoor dat
het apparaat goed geventileerd is.
Installatie
Aandacht: Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalifi-
ceerde en bevoegde technicus.
• Controleer of het apparaat onbeschadigd of volledig is gele-
verd. Gebruik het apparaat NIET in geval van schade of on-
volledige levering en neem onmiddellijk contact op met de
leverancier.
• Controleer of de accessoires zoals de watertoevoerslang,
waterafvoerslang, 2 reserve afdichtringen en ijsschep zijn
inbegrepen.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal en de beschermfolie
(indien van toepassing).
• Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele en veilige onder-
grond die het gewicht van het apparaat kan dragen, samen
met het schilferijs dat tijdens het gebruik wordt geprodu-
ceerd.
• Vermijd blootstelling aan direct zonlicht of directe warmte-
bron zoals fornuis, warmteoven, enz.
• Zorg ervoor dat er minimaal 20 cm afstand is rondom alle
zijden van het apparaat voor ventilatiedoeleinden.
• Plaats het apparaat zodanig dat de stekker gemakkelijk be-
reikbaar is en snel uit het stopcontact kan worden gehaald
als dat nodig is.
• Plaats het apparaat in de buurt van de watertoevoeraanslui-
ting.
Aansluiting op de watertoevoer
(Afb. 1 op pagina 3)
Aandacht: Het apparaat mag alleen worden aangesloten op
een koud drinkwater. Anders moet vooraf een reinigingssy-
steem of filter worden geïnstalleerd.
• Sluit het ene uiteinde van de watertoevoerslang aan op de 3 /
4" schroefconnector van de waterkraantoevoer om het drink-
bare kraanwater te verkrijgen. Sluit vervolgens het andere
uiteinde van deze slang aan op de achterkant van het appa-
raat door rechtsom te schroeven. Zorg ervoor dat u afdich-
tingsringen in beide uiteinden plaatst voordat u ze aansluit.
• Sluit vervolgens het ene uiteinde van de afvoerslang met be-
hulp van de rubberen afvoermanchet aan op de achterkant
van het apparaat. Bevestig het andere uiteinde aan de riool-
uitlaat/watercontainer. De hoogte van de rioolafvoer/water-
container moet lager dan het apparaat liggen, zodat er water
kan wegstromen.
Opmerking: Het drukbereik van de inlaatwatertoevoer: 1-8 kg/
cm
(0,098-0,785 MPa). De drukregelaar moet worden geïn-
2
stalleerd als de druk boven dit bereik komt.
Bedieningsinstructies
• Reinig de binnen- en buitenkant van het apparaat vóór het
eerste gebruik met lauwwarm water en een zachte doek.
• Plaats het apparaat op een goed geventileerde plaats en laat
ten minste 150 mm ruimte aan alle kanten over voor ventila-
tiedoeleinden.
• Laat het apparaat ongeveer een uur zelfstandig staan om het
koelmiddel te bezinken. Zorg ervoor dat u de juiste aanslui-
ting maakt op het watertoevoersysteem.
NL
17