Plaatsen en aansluiten
De pomp kan of onder water (ondergedompeld) of droog (niet ondergedompeld) opgesteld wor-
den.
Het gebruik van de pomp is alleen toegestaan wanneer de gespecificeerde waterwaarden worden
aangehouden. (→ Toelaatbare waterwaarden)
WAARSCHUWING
Ernstig of dodelijk lichamelijk letsel bij toepassing van het apparaat in een zwemvijver. Door de-
fecte elektrische componenten van het apparaat komt het water onder een gevaarlijke elektri-
sche spanning te staan.
Apparaat alleen toepassen wanneer er zich geen personen in het water ophouden.
OPMERKING
Bij het aanvoeren van zeer modderig water kan de rotor van de pomp eventueel sneller verslijten
en moet deze vroegtijdig vervangen worden.
Reinig de vijver of het bekken grondig alvorens de pomp op te stellen.
Stel de pomp verhoogd boven de bodem op. Hierdoor wordt het aanzuigen van slijkerig water
verhinderd.
Vermijd direct zonlicht bij niet ondergedompelde apparaatcomponenten, omdat deze daar-
door sterk kunnen verhitten. Gebruik een veiligheidsafdekking.
Pompingang draaien
De pompingang kan individueel worden uitgelijnd.
Uitlijning
Boven of zijdelings (rechts,
links)
Onder
46
Toepassing
• Bij droogopstelling aanbevolen.
• Bij een ondergedompelde opstelling moet een overeenkomstig waterni-
veau zijn gewaarborgd.
• Bij een ondergedompelde opstelling aanbevolen.
• Watertoevoer ook bij een gering waterniveau.
ARS0075