Deze moet u verwijderen.
•
Zorg ervoor dat het product horizontaal staat door de 2 stelvoetjes in of uit
te schroeven (Afb. 1).
•
Houd de ruimte aan de zijkanten en achterkant van het toestel vrij (zie mon-
tagetekening).
•
Zorg ervoor dat bij installatie van het apparaat in een inbouwmeubel het
ventilatierooster aan de onderkant van de koelkast niet wordt geblokkeerd.
•
Na de eerste start van het apparaat kan er een specifieke geur vrijkomen.
Deze verdwijnt als de binnenkant van het apparaat is afgekoeld.
•
Bij de eerste start zal de compressor van het apparaat continu draaien totdat
de gewenste temperatuur in de koelkast is bereikt.
•
Na het loskoppelen van de voeding raden we aan het apparaat pas na ten
minste 5 minuten opnieuw aan te sluiten. Dit vermindert het risico op be-
schadiging van de compressor.
•
Bij bepaalde modellen wordt de juiste temperatuur pas een paar uur na het
opstarten van de koelkast op de display weergegeven.
•
Sluit het apparaat aan op wisselstroom van 220-240 V en 50 Hz via een juist
geïnstalleerd stopcontact dat is geaard en beveiligd met een zekering van
10 A.
•
Aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant is niet aanspra-
kelijk voor eventuele schade aan personen of voorwerpen als gevolg van het
niet naleven van de verplichting die deze bepaling oplegt.
•
Gebruik geen adapters, stekkerdozen (verdelers) of twee-aderige verleng-
snoeren. Indien het noodzakelijk is een verlengsnoer te gebruiken, mag dit
uitsluitend een verlengsnoer zijn met een beschermring, een enkel stopcon-
tact en een VDE/GS-veiligheidsattest.
•
Als u een verlengsnoer gebruikt (met beschermring en veiligheidskeurmerk),
moet zijn stopcontact zich op veilige afstand van de gootsteen bevinden en
mag het niet worden blootgesteld aan water of afvalwater.
•
Zorg ervoor dat het apparaat makkelijk losgekoppeld kan worden van het
elektriciteitsnetwerk door de stekker uit het stopcontact te trekken of de
dipoolschakelaar uit te schakelen.
Klimaatklasse
Informatie over de klimaatklasse van het apparaat vindt u op het type-
plaatje. Het geeft aan bij welke omgevingstemperatuur (nl. in de ruim-
te waarin het product werkt) het product optimaal (correct) presteert.
Klimaatklasse
SN
N
ST.
T
Toelaatbare omgevingstemperatuur
Het koelapparaat is bestemd voor gebruik bij
uitgebreid
omgevingstemperaturen binnen een bereik van 10°C
gematigd
tot 32°C
Het koelapparaat is bestemd voor gebruik bij
gematigd
omgevingstemperaturen binnen een bereik van 16°C
tot 32°C
Het koelapparaat is bestemd voor gebruik bij
subtropisch
omgevingstemperaturen binnen een bereik van 16°C
tot 38°C
Het koelapparaat is bestemd voor gebruik bij
tropisch
omgevingstemperaturen binnen een bereik van 16°C
tot 43°C
- 110 -