NL
BELANGRIJK !!! lees de hele bedieningshandleiding zorgvuldig
voordat u begint met de ingebruikname, reparatie of reiniging van dit
apparaat. Ongepast gebruik van de verwarmer kan ernstige letsels,
brandwonden, elektrocutie of brand veroorzaken.
1.
Veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is bestemd voor gebruik in besloten ruimten, zoals magazijnen,
winkels en woonruimten. De modellen met een vermogen van: 2; 3; 3,3; kW
zijn niet bedoeld voor gebruik in serres en op bouwwerven. Het apparaat
voldoet aan de normen 2006/95/EC, 2004/108/EC en 93/68EEC en de
geharmoniseerde normen: EN 60335-1, EN 60335-2-30. WAARSCHUWING!
Plaats het apparaat niet direct onder een stopcontact. Raak de inwendige
onderdelen van het apparaat niet aan!
Deze apparatuur is niet besteemd voor personen (waarin ook kinderen) met
beperkte fysieke, zintuiglijke en psychische vaardigheden of personen die geen
ervaring met of kennis van deze apparatuur hebben, mits het onder toezicht of
volgens gebruiksaanwijzing, die door de personen die voor de veiligheid van
deze apparatuur zijn verantwoordelijk plaatsvindt.
Het is verboden om kinderen alleen met de apparatuur te verlaten.
•
-Bedek het apparaat niet tijdens gebruik; dit zou tot oververhitting
kunnen leiden.
• Gebruik dit verwarmingsapparaat niet in de directe nabijheid van vochtige
plaatsen zoals waterbekkens, badkuipen, douches, zwembaden. Contact met
water kan kortsluiting of elektrocutie veroorzaken.
• Plaats het apparaat niet in de nabijheid van brandbare materialen. De
minimale veilige afstand bedraagt 0,5 m. Indien u dit voorschrift niet
toepast, kan er brand ontstaan.
• De warmeluchtgenerator dient niet in stoffige ruimten gebruik te worden en
in ruimten waar benzine, oplosmiddelen, verf of andere makkelijk
ontvlambare materialen aanwezig zijn. De werking van het
verwarmingsapparaat kan ontploffing van deze substanties veroorzaken.
• De warmeluchtgenerator mag nooit in de buurt van gordijnen en ander
textiel worden gebruikt, om te vermijden dat deze in brand vliegen.
• U dient bijzonder voorzichtig te zijn met de generator als er kinderen of
dieren in de buurt zijn.
• Sluit het apparaat uitsluitend aan op een stroombron, waarvan de spanning
en frequentie overeenkomt met de vereisten op het typeplaatje.
• Gebruik uitsluitend geaarde verlengsnoeren met een geschikte diameter om
bij beschadiging elektrische schokken te voorkomen.
• Koppel het apparaat niet los door de stekker uit het elektriciteitsnet te
trekken. Het apparaat dient eerst door de ventilator afgekoeld te worden .
• Als het apparaat tijdelijk niet wordt gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat
het van het elektriciteitsnet wordt losgekoppeld om de onopzettelijke
beschadigingen te voorkomen.
• Voordat er het omhulsel van het apparaat wordt afgenomen, dient de
stekker absoluut eerst uit het stopcontact te worden verwijderd. De
inwendige onderdelen kunnen onder stroom staan.
2.
Uitpakken en vervoer
• Verwijder het apparaat en al het materiaal dat gebruikt is om het apparaat
voor het transport te verpakken.
• Als de verwarmer beschadigd lijkt, waarschuwt u de verkoper die het
product aan u heeft verkocht.
• Om het apparaat te verplaatsen worden de grepen nr. 1 fig. 1,2,3 pag. 2
gebruikt
• het apparaat dient in de originele verpakking met beveiligingen te worden
getransporteerd.
3.
Beschrijving van de productonderdelen
Zie fig. 1-2-3, pag. 2
1) Handgreep
6) Stekkerdoos van de externe thermostaat
2) Luchtuitlaat
7) Stekker
3) Motor met ventilator
8) Rotor
4) Uitschakelaar
9) Voetstuk
5) Ombouw
10) Verwarmingselement
4.
Het inschakelen van het apparaat
WAARSCHUWING!!! Voor een juist gebruik van de verwarmer
moet voor het bijvoegen van het apparaat de veiligheidsinformatie
worden lezen.
Controleer of het netsnoer volledig intact is. Indien de aangesloten
spanningskabel beschadigt raakt, om het gevaar te vermijden, dient
deze door de producent of een specialistische klantendienst of een
bevoegde persoon gewisseld worden. Controleer of de
elektriciteitsspecificaties van het stopcontact overeenkomen met de
specificaties in de gebruiksaanwijzing of op het typeplaatje van het
apparaat. Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond. Controleer of
de omschakelaar zich in de stand "0" bevindt (fig. 4). Sluit het
netsnoer op het elektriciteitsnet aan. Zet de keuzeschakelaar in de
gewenste stand:
• Alleen ventilatie - fig. 2;3
• 1 graad van de verwarming - fig. 2;3
• 2 graad van de verwarming - fig. 2;3
5. Apparaat uitschakelen
Om het apparaat uit te schakelen, dienen de schakelaar te worden
ingesteld op positie "0". Na het uitschakelen van de verwarming kan
de ventilator nog gedurende 3 minuten werken.
6. Werking met een slang waardoor warme lucht wordt uitgeblazen
Het apparaat is tevens geschikt voor werking met een slang waardoor
de warme lucht wordt uitgeblazen (tot 100
warme lucht wordt uitgeblazen (Ø 305, maximale lengte – 15m) dient
te worden aangesloten op de uitlaat. Zorg ervoor dat de slang na
aansluiting over de hele lengte afloopt en niet geknikt of verstopt is,
zodat de lucht ongehinderd kan worden uitgeblazen.
7. De thermische schakelaar "RESET"
Om de veiligheidstand van het apparaat te verhogen is er in het
apparaat de thermische schakelaar ingebouwd, die automatisch de
stroomtoevoer van de dompelaar uitschakelt als de veilige stand van
de temperatuur word overschreden. Als de beveiligingsfunctie wordt
ingeschakeld, dient u het apparaat af te laten koelen en na te gaan wat
de oorzaak van de oververhitting is geweest. Om de thermische
schakelaar opnieuw in te stellen dient met behulp van een klein
puntig voorwerp op de toets .RESET. ( fig. 8.) te drukken. Als de
warmeluchgenerator niet ingeschakeld kan worden neemt u contact
op met de verkoper of klantenservice.
8. Het periodiek kamperen
Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt,
dient het te worden gereinigd voordat het wordt verborgen.
Het interieur dient u met de samengeperste lucht worden geblest.
Plaats het apparaat in een droge en zuivere ruimte. Wanneer het
apparaat weer in gebruik wordt genomen, dient u de staat van het
netsnoer te controleren.. Als u twijfels heeft over de conditie van het
snoer neemt u contact op met de verkoper of klantenservice.
9. Controle van het werken
Controleer het apparaat altijd minstens eens per jaar in de
klantenservice. Alleen gespecialiseerd en bevoegd personeel van de
fabrikant mag onderhoudswerkzaamheden op het apparaat uitvoeren.
10. Externe thermostaat
Het apparaat kan met een externe thermostaat werken.
Het apparaat werkt onafgebroken
• Steek de geleverde brugstekker 2 fig. 6 in de stekkerdoos.
• Stek de schakelaars in op de gewenste positie.
• Let op!!! Het apparaat mag niet als verwarming werken indien de
omgevingstemperatuur hoger dan 25
Verwarming met kamerthermostaat
Het apparaat werkt volledig automatisch en is afhankelijk van de
ingestelde temperatuur.
• Verwijder de brugstekker 2 fig. 6
• Sluit de stekker van thermostaat 3 aan op de stekkerdoos van de
externe thermostaat 1, fig. 6
• Plaats de thermostaat op de juiste plek.
• Thermostaat 4 fig. 6 mag niet rechtstreeks worden blootgesteld aan
de hete luchtstroom die uit de verwarming wordt geblazen. De
thermostaat moet in de verwarmde ruimte worden geplaatst.
• Stel de gewenste temperatuur in.
• Zet de schakelaars fig. 2,3 in de juiste positie voor het gewenste
vermogen.
22
o
C). De slang waardoor de
o
C is.