BEDIENINGSORGANEN
SSaaanonanadsg
a
1. Aan/uit-schakelaar (POWER)
Schakelt de EA-G90 in en uit. Bij het inschakelen van de stroom
zullen deze schakelaar en de regelaars voor frekwentieniveau's voor
het linker (LEFT)
en rechter
(RIGHT)
kanaal oplichten. Druk
altijd het bovenste gedeelte van de schakelaar (in de buurt van het
woord POWER) in.
2.
Linker (LEFT) en rechter (RIGHT)
kanaalfrek wentie-niveauregelaar
De regelaars lichten op bij het inschakelen van de stroom. Na het
inschakelen
(ON)
van
de
egalisator-schakelaar
(EQUALIZER)
kunnen de niveau's van deze middenfrekwenties afhankelijk van de
stand
van de regelbereik-keuzeschakelaar
(CONTROL
RANGE)
op +12dB tot —12 dB of +6 dB tot —6 dB ingesteld worden.
3.
Kompensatieschakelaar (ATTENUATOR)
Zet deze schakelaar op 'aan' (ON -m-) wanneer er sprake van een
hoog
ingangsniveau
is. Het ingangsniveau
wordt
nu met de helft
verminderd
(6 dB). Laat de schakelaar normaal gesproken op 'uit'
(OFF §L) staan.
4.
Regelbereik-keuzeschakelaar (CONTROL
RANGE)
met indikator
+12 dB( HL): Voor het variéren van de middenfrekwentieniveau's
van +12 dB tot —12 dB. Deze keuzeschakelaar en
de
kanaalfrekwentie-niveauregelaars
zullen
groen
oplichten.
Voor
het
variéren
van
de
middenfrekwentie-
niveau's van +6 dB tot —6 dB. Deze keuzeschake-
laar en de kanaalfrekwentie-niveauregelaars
zullen
oranje oplichten.
+6dB (sm):
5.
Tape-monitor-schakelaar (TAPE MONITOR)
Zet
deze schakelaar op 'aan' (ON =m) tijdens weergave van een
tape of bandafluisteren tijdens opname.
6.
Karakteristiekomkering-schakelaar (CHARACTER
REVERSE)
Werkt alleen wanneer de egalisator-schakelaar (EQUALIZER) op
'aan'
staat.
Bij normaal
gebruik
dient deze
schakelaar
op
'uit'
(OFF @ ) te staan. Bij het inschakelen (ON -m ) van de schakelaar
worden
de karakteristieken, die d.m.v. egalisatie gekompenseerd
zijn
via de
kanaalfrekwentie-niveauregelaars,
omgekeerd.
Indien
bijvoorbeeld
een regelaar op +5 dB werd ingesteld, zal dit —5 dB
worden.
14
10.
11,
12.
Opname-schakelaar (REC)
Zet
deze
schakelaar
en de egalisatie-schakelaar
(EQUALIZER)
op 'aan' {ON) bij opname van egalisator gekompenseerde signalen,
nalen.
Egalisator-schakelaar (EQUALIZER)
{ngang-aansluitingen (INPUT)
Sluit
aan
op de TAPE
REC-aansluitingen
van
een
gein tegreerde
versterker,
en wel
m.b.v.
een
daarvoor
bestemde
aanstuitkabel.
*
In geval van een afzonderlijke versterker worden deP RE OUT-
aansluitingen gebruikt.
Sy
Uitgang-aansluitingen (OUTPUT)
*.
Sluit deze aansluitingen aan op de TAPE P.LAY-aansluitingen van
een geintegreerde versterker.
*
In geval van een afzonderlijke versterker worden di MAIN
IN-
aansluitingen gebruikt.
Tape-aansluitingen (TAPE)
REC:
Aansluiten
op de lijningangsaansluitingen
van
een
tape-
deck.
PLAY:
Aansluiten
op de lijnuitgangsaansluitingen
van
een
tape-
deck.
Netsnoer
Aansluiten
op de netspanningsaansluiting
van
een
virsterker of
timer, of op een netspanningstopkontakt.