Wanneer dit gebeurt moet u de verstelhendel
enigszins los draaien, het apparaat hard naar
beneden duwen, de boutschroef correct bevestigen
en de verstelhendel vervolgens weer vastdraaien.
(3) De freesdiepte kan worden versteld met de
fijnafstellingsknop terwijl de veiligheidshendel is
losgedraaid. Door de knop tegen de klok in te
draaien verkrijgt u een ondiepere frees, terwijl het
met de klok meedraaien van de knop leidt tot een
diepere freesstand.
LET OP
Zorg dat de veiligheidshendel na het instellen van
de freesdiepte goed vastgedraaid is. Wanneer dit
wordt nagelaten kan dat leiden tot schade aan de
verstelhendel.
2. Aanslagblok (Afb. 6)
De 2 op het aanslagblok bevestigde schroeven voor
het instellen van de freesdiepte kunnen gezamenlijk
op 3 verschillende freesdieptes ingesteld worden.
Gebruik een steeksleutel voor het vastzetten van de
moeren zodat de schroeven voor het instellen van
de freesdiepte niet los komen te zitten.
3. Geleiden van de bovenfreesmachine.
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine UIT staat en dat de stekker
uit het stopcontact is gehaald om ernstige
ongelukken te voorkomen.
(1) Adapter van de sjabloongeleider
1 Draai de 2 schroeven van de adapter van de
sjabloongeleider los zodat de sjabloongeleider
bewogen kan worden. (Afb. 8)
2 Steek de centreermaat door het gat in de adapter
van de sjabloongeleider en in de freeshouder.
(Afb. 9)
3 Draai de freeshouder handmatig dicht.
4 Draai de schroeven van de adapter van de
sjabloongeleider vast en trek de centreermaat uit.
(2) Sjabloongeleider
Gebruik de sjabloongeleider wanneer er met behulp
van een sjabloon een grote hoeveelheid producten
met dezelfde vorm geproduceerd wordt. (Afb. 10)
Installeer de sjabloongeleider door hem in het
middengat van de adapter van de sjabloongeleider
te steken met de twee toebehorende schroeven,
zoals afgebeeld op Afb. 11.
Een sjabloon is een profielmal van spaanplaat of
dun hout. Besteed bij het maken van een sjabloon
bijzondere aandacht aan onderstaande en in Afb.
12 afgebeelde zaken.
Wanneer de bovenfreesmachine langs het
binnenvlak van het sjabloon wordt gebruikt zullen
de afmetingen van het eindproduct afmeting "A"
kleiner zijn dan het sjabloon; "A" is het verschil
tussen de straal van de sjabloongeleider en de
straal van het freesbitje. Het omgekeerde is het
geval wanneer de bovenfreesmachine wordt gebruikt
langs het buitenvlak van het sjabloon.
(3) Rechte geleider
Gebruik de rechte geleider voor het afschuinen en
maken van groeven langs de materiaalkant.
1 Steek de leidstang in het gat van de stanghouder
en draai vervolgens de 2 vleugelbouten (A) op de
bovenkant van de staafhouder vast.
2 Steek de leidstang in het gat van de basis en draai
vervolgens de vleugelbout (A) vast.
3 Maak
met
de
voorschuifschroef
aanpassingen van de afstand tussen het freesbitje
en het geleideroppervlak en draai vervolgens de 2
vleugelbouten (A) op de bovenkant van de
staafhouder de vleugelbout (B) die de rechte geleider
op zijn plaats houdt, vast.
4 Maak de onderkant van de basis stevig vast op de
behandelde kant van het materiaal, zoals afgebeeld
op Afb. 14. Beweeg de bovenfreesmachine terwijl
u de geleidingskant op het oppervlak van het
materiaal houdt.
(4) Zaagselgeleider en Adapter van de Zaagselgeleider
(Afb. 15)
Uw bovenfreesmachine is voorzien van een
zaagselgeleider
en
zaagselgeleider.
1 Vind de bijbehorende 2 groeven op de basis en
steek de 2 zaagselgeleiders vanaf de bovenkant in
de gaten in de basis. Zet de zaagselgeleider stevig
vast met de schroef.
De zaagselgeleider leidt het zaagafval op een
consistente manier weg van degene die het apparaat
bedient.
2 Er kan een stofzak worden bevestigd indien een
adapter is geplaatst op de afvalbuis voor zaagafval.
4. Instellen van de draaisnelheid (alleen voor Model
M12V2)
De M12V2 zijn voorzien van een elektronisch
regelsysteem. Dit systeem zorgt ervoor dat het
toerental van de motor traploos veranderd kan
worden. Zoals in Afb. 16 te zien is, geeft stand "1"
van de wijzer de minimumsnelheid en stand "6"
de maximumsnelheid ann.
5. Verwijderen van de veer
De veren in de kolom van de bovenfreesmachine
kunnen worden verwijderd. Door dit te doen wordt
de veerweerstand opgeheven en kan de freesdiepte
eenvoudig worden afgesteld bij het bevestigen van
het freesblok.
(1) Draai de 4 schroeven van de onderbasis los en
verwijder de onderbasis.
(2) Draai de aanslagbout los en verwijder hem, zodat
de veer kan worden verwijderd. (Afb. 17)
LET OP
Verwijder de aanslagbout met het apparaat vastgezet
op diens maximale hoogte.
Het verwijderen van de aanslagbout met het apparaat
in een lagere stand kan ertoe leiden dat de
aanslagbout en de veer losschieten, hetgeen letsel
kan veroorzaken.
6. Frezen
LET OP
Draag een veiligheidsbril tijdens het gebruik van dit
gereedschap.
Houd uw handen, gezicht en andere lichaamsdelen
tijdens het gebruik van het gereedschap uit de buurt
van de freesbitjes en andere bewegende onderdelen.
(1) Verwijder het draaistuk uit het werkstuk en druk de
schakelhendel in de "ON" stand. Zie Afb. 18. Begin
pas met frezen nadat de frees volledig op toeren
is gekomen.
(2) De frees draait met de klok mee (pijlrichting is op
de basis aangegeven). Voor het verkrijgen van
maximaal resultaat dient u de routerfrees in
overeenstemming met de toevoerrichting te
bewegen. Zie Afb. 19.
Nederlands
minieme
een
adapter
van
de
30