Tussen de vleugels en de direct nabijgelegen vaste delen
Na de configuratie van de locatie waar de gemotoriseerde poort staat, kunnen er insluitingszones zijn
tussen de vleugels in geopende positie en de vaste nabijgelegen delen. Om deze zones te verwijderen
moet een minimale veiligheidsafstand van 500 mm worden bewaarde tussen het vaste nabijgelegen deel
en de mobiele delen van de gemotoriseerde poort.
insluitings-
zone
VOORKOMING VAN ANDERE RISICO'S
Het bedieningsorgaan van een schakelaar zonder vergrendeling moet zich in het directe zicht van het
meegenomen deel bevinden, maar verwijderd van de mobiele delen. Alleen als deze met een sleutel
werkt, moet deze op een minimale hoogte van 1,5 m worden geplaatst en mag deze niet toegankelijk zijn
voor het publiek.
Na de installatie moet worden gecontroleerd of de delen van de poort niet boven een voor het publiek
toegankelijk voetpad of weg uitsteekt.
2 - INSTALLATIE VAN CILINDERS
De installatie moet gebeuren door bevoegd personeel en volgens de aanduidingen in de "Algemene
waarschuwingen".
Voordat met de installatie wordt begonnen, moet u zich ervan verzekeren dat:
• De risico's moeten worden beperkt door de aanbevelingen in het hoofdstuk "Risicoanalyse" te volgen.
• Het gewenste gebruik werd correct gedefinieerd.
• De poort voldoet aan de specificaties die zijn vermeld in het hoofdstuk "Specificaties van de
gemotoriseerde poort".
De verschillende fasen van de installatie moeten plaatsvinden in de juiste volgorde en overeenkomstig de
gegeven aanwijzingen.
• De aanslagen (niet meegeleverd)
Deze poortmotorisering is een automatisch blokkerend motoriseringssysteem. Uw poort (met 2 vleugels)
moet absoluut uitgerust zijn met een centrale aanslag en zijdelingse aanslagen (niet meegeleverd).
De aanslagen (centraal en zijdelings) moeten de poort stoppen zonder deze te vergrendelen. Dit betekent
dat elk mechanisch slot (of slotplaat) en elk kantelend of remmend stootblok moet worden verwijderd.
risico
zuil
bovenaanzicht
C - INSTALLATIE
oplossing
zuil
500mm
minimum
9
NL