3.4.2 Temperatuurinstellingen voor
koelvak
• Druk op het pictogram
diagram van het bedieningspaneel) tot
de 'Koeltemperatuurinstelling' wordt
geselecteerd (#1).
• Als de koeltemperatuurinstelling eenmaal
is gekozen, knippert de temperatuur.
• Gebruikers kunnen de pijl naar boven of
naar beneden (
de temperatuur in te stellen (8, 6, 5, 4,
2°C en snelkoelstand).
• Indien de snelvries- of economische
stand is geactiveerd, zal de temperatuur
niet wijzigen eer de stand is geannuleerd.
Aanbevolen temperatuurinstellingen
voor het diepvries- en koelgedeelte
Diepvriesgedeelte
Koelgedeelte
-18
C
o
-20
C, -22
C
o
o
of -24
C
o
SV
-18
C, -20
C,
o
o
-22
C of
o
-24
C
o
-18
C, -20
C,
o
o
-22
C of
o
-24
C
o
3.4.3 Alarmfunctie deur open
Als de koelkastdeur langer dan 2 minuten
is geopend, geeft uw apparaat een
piepgeluid.
(#9 op het
/
) gebruiken om
Opmerkingen
Voor regelmatig
4
C
gebruik en beste
o
prestatie.
Aanbevolen als de
4
C
omgevingstemperatuur
o
boven de 30°C komt.
Moet worden
gebruikt als u in
4
C
o
korte tijd voedsel
in wilt vriezen.
Deze
temperatuurinstellingen
moeten worden
gebruikt als de
omgevingstemperatuur
2
C
o
hoog is of als u denkt
dat het koelgedeelte
niet koud genoeg is
door het regelmatig
openen van de deur.
Moet worden
gebruikt als
de koelkast
overbeladen is
SC
met voedsel of
als het voedsel
snel moet worden
gekoeld.
3.5 Waarschuwingen
temperatuurinstellingen
• Uw apparaat is ontworpen om
te werken binnen bereiken van
omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in de normen, volgens
de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat vermeld. Het wordt niet
aanbevolen uw koelkast te gebruiken in
omgevingen die buiten de aangegeven
temperatuurbereiken vallen. Dit zal
de koelefficiëntie van het apparaat
verminderen.
• Temperatuuraanpassingen moeten
worden uitgevoerd in overeenstemming
met het aantal malen dat de deur wordt
geopend, de hoeveelheid voedsel dat
in het apparaat wordt bewaard en de
omgevingstemperatuur van waar het
apparaat zich bevindt.
• Als het apparaat voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet het 24 uur draaien
om de werkingstemperatuur te bereiken.
Open de deur tijdens deze periode niet
en bewaar er geen grote hoeveelheden
voedsel in.
• Er wordt gebruik gemaakt van een
vertragingsfunctie van 5 minuten om te
voorkomen dat de compressor van uw
apparaat beschadigt als u de stekker
van het apparaat in het stopcontact
steekt of eruit trekt, of als er zich een
stroomstoring voordoet. Uw koelkast zal
na 5 minuten normaal gaan werken.
Klimaatklasse en betekenis:
T (tropisch): Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
van 16°C tot 43°C.
ST (subtropisch): Dit koelapparaat
is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 16°C tot 38°C.
N (matig): Dit koelapparaat is bedoeld voor
gebruik bij omgevingstemperaturen van
16°C tot 32°C.
SN (uitgebreid matig): Dit
koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10°C tot 32°C.
Belangrijke installatie-instructies
NL -101