Het voorfilter
schoonmaken
Maak het voorfilter schoon als F0 wordt
weergegeven op het scherm (afb. v).
1
Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2
Trek het onderste deel van het
voorpaneel en til dit voorzichtig
op om dit te verwijderen van de
luchtzuiveraar (afb. c).
3
Druk het uitsteeksel omlaag (1) en
trek het voorfilter naar u toe (2)
(afb. d).
4
Als het voorfilter heel vuil is, kunt u
een zachte borstel gebruiken om
het stof weg te borstelen. Spoel
het voorfilter af onder de kraan
(afb. w).
5
Laat het voorfilter goed drogen
voordat u het weer in de
luchtzuiveraar plaatst.
Opmerking
• Zorg ervoor dat het voorfilter volledig
droogt na het schoonmaken, om
te zorgen dat het zo lang mogelijk
meegaat.
• Was uw handen na het aanraken van
het filter.
6
Plaats het voorfilter terug in de
luchtzuiveraar (afb. h).
Opmerking
• Zorg dat de kant met het uitsteeksel
in uw richting wijst, en dat alle haakjes
van het voorfilter op de juiste manier
op de luchtzuiveraar zijn bevestigd.
7
Druk de bovenkant van het
paneel op de bovenkant van
de luchtzuiveraar (1) om het
voorpaneel terug te plaatsen. Druk
vervolgens zachtjes het paneel
tegen de luchtzuiveraar (2) aan
(afb. i).
8
Steek de stekker van de
luchtzuiveraar in het stopcontact.
9
Houd de
3 seconden ingedrukt
om de schoonmaaktijd van het
voorfilter te resetten (afb. x).
10
Was uw handen grondig nadat u de
filters hebt geplaatst.
NL
131