1. Antenne
2. Besturing
3. Twee LEDs: energiestatus en functiestatus
4. Stroomschakelaar (afstandsbediening)
5. Stuurwiel (naar links/rechts draaien)
6. Knop voor stationair toerental
7. Omgekeerd besturing
8. Voorwaarts/stop/omgekeerd
9. Batterijvak
LEDs
Rood lampje is uit en groen lampje knippert = koppelingsmodus.
Omgekeerde besturing
Als u op de knop voor omgekeerde besturing drukt. Links en rechts
worden overgeschakeld. Dus wat links was, wordt rechts en wat
recht was, wordt links.
Batterijen opladen
Gebruik de kabel om de batterij van de auto op te laden.
De maximale batterijcapaciteit wordt bereikt na 5-7 volledige laad-
/ ontlaadcycli.
Autobatterij: Open het batterijvak met een schroevendraaier. Instal-
37