HIKOKI C 3612DRA Instrucciones De Manejo página 89

5. Voor een veilige werking van elektrisch gereedschap
mogen de geplaatste afdekkingen, kappen en
schroeven nooit worden verwijderd.
6. Raak beweegbare onderdelen of toebehoren niet direct
aan tenzij het netsnoer van het gereedschap is
ontkoppeld.
7. Gebruik het gereedschap met een lager
ingangsvermogen dan op het naamplaatje aangegeven;
de afwerking zou anders kunnen worden aangetast en
de efficiëntie worden verminderd door een overbelaste
motor.
8. Reinig plastic onderdelen nooit met oplosmiddelen.
Oplosmiddelen als bijvoorbeeld benzine, thinner,
petroleum, koolstof tetrachloride en alcohol kunnen de
plastic onderdelen beschadigen of veroorzaken
barsten. Veeg plastic onderdelen dus nooit met doeken
die met deze middelen zijn bevochtigd af. Reinig plastic
onderdelen met een zachte doek die licht met een
oplossing van water en een neutraal
schoonmaakmiddel is bevochtigd.
9. Gebruik uitsluitend de gespecificeerde oorspronkelijke
HiKOKI onderdelen voor het vervangen van
onderdelen.
10. Dit gereedschap mag uitsluitend worden gedemonteerd
voor het vervangen van de koolborstels.
11. Probeer in geen geval metaal of steen te zagen.
12. Er dient te worden gezorgd voor voldoende algemene
of plaatselijke verlichting. Benodigdheden en
afgewerkte werkstukken dienen zich in de nabijheid van
de normale werkplek van de gebruiker te bevinden.
13. Draag indien nodig geschikte beschermende
kledingsstukken, zoals:
Gehoorbescherming om het risico van beschadiging
van uw gehoor tegen te gaan.
Oogbescherming om de kans op oogletsel te
voorkomen.
Gezichtsmasker om het risico van het inademen van
schadelijke stofdeeltjes tegen te gaan.
Handschoenen voor het hanteren van zaagbladen
(zaagbladen dienen indien mogelijk in een houder
vervoerd te worden) en ruwe materialen.
14. De gebruiker dient voldoende getraind te zijn in het
gebruik, de afstelling en de bediening van de machine.
15. U mag in geen geval afgezaagde delen of andere
onderdelen van het werkstuk verwijderen terwijl de
machine nog loopt en de zaagkop nog niet in de
ruststand is teruggekeerd.
16. Gebruik de afkortzaagmachine nooit met de onderste
afscherming vergrendeld in de geopende stand.
17. Zorg dat de onderste afscherming soepel beweegt.
18. Gebruik de zaag niet wanneer de afschermingen niet
juist zijn aangebracht, wanneer deze niet goed werken
of als ze niet in degelijke staat zijn.
19. Gebruik scherpe zaagbladen. Neem het maximale
toerental in acht dat op het zaagblad staat.
20. Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of vervormd
zijn.
21. Gebruik geen zaagbladen die gemaakt zijn van staal.
22. Gebruik uitsluitend zaagbladen die door HiKOKI
worden aanbevolen.
23. De zaagbladen moeten een buitendiameter van 305
mm hebben.
24. Gebruik het juiste zaagblad voor het materiaal dat
gezaagd wordt.
25. Gebruik de afkortzaagmachine nooit met het zaagblad
naar boven of naar de zijkant gekeerd.
26. Zorg dat er geen vreemde bestanddelen zoals nagels in
het werkstuk zitten.
27. Vervang het tafel-inzetstuk wanneer dit versleten is.
28. Gebruik de zaag enkel voor het zagen van hout,
aluminium en dergelijke.
29. Gebruik de zaag niet voor het snijden van andere
materialen dan die door de fabrikant worden
aanbevolen.
30. Zorg dat het vervangen en positioneren van het za
agblad juist wordt uitgevoerd en alle waarschuwingen
en instructies in acht worden genomen.
31. Sluit de afkortzaagmachine op een stofopvanginrichting
aan wanneer hout gezaagd wordt.
32. Wees voorzichtig bij het maken van gleuven.
33. Pak niet de houder vast wanneer u het gereedschap
draagt. Draag het gereedschap altijd aan de
handgreep.
34. Begin pas met zagen wanneer het motortoerental de
maximumsnelheid heeft bereikt.
35. Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer dit
niet normaal werkt.
36. Schakel het gereedschap uit en wacht totdat het
zaagblad tot stilstand is gekomen voordat u begint met
onderhoud of afstellingen.
37. Bij afschuinen of verstekzagen mag het zaagblad pas
omhooggehaald worden nadat dit volledig tot stilstand
is gekomen.
38. Bij het snijden van schijven moet de zaag weg van de
bediener worden geduwd.
39. Houd rekening met alle mogelijke gevaren bij het
zagen, met name het onbedoeld aanraken van
bewegende onderdelen van de machine enzovoort.
40. Zorg er voor dat bij elk gebruik de machine stabiel is.
41. Sta niet in een lijn met het zaagblad voor de machine.
Altijd naast het zaagblad staan. Dit beschermt uw
lichaam tegen mogelijke terugslag. Houd handen,
vingers en armen uit de buurt van het draaiende
zaagblad.
Kruis uw armen niet tijdens het bedienen van de
gereedschapsarm.
42. Als het zaagblad vastloopt, schakel het apparaat dan uit
en houd het werkstuk vast totdat het zaagblad volledig
tot stilstand komt. Om tegenslag te voorkomen, mag het
werkstuk niet bewogen worden tot nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
Corrigeer de oorzaak van het vastlopen van het
zaagblad voor het herstarten van het apparaat.
43. Laat nooit de hand los die de handgreep vastgrijpt als
de zaagkop omlaag is geklapt.
Doet u dit wel, dan kan de zaagkop omhoog schieten,
waardoor het gereedschap kan vallen en mogelijk letsel
kan veroorzaken.
44. Houd het gereedschap goed vast terwijl u ermee aan
het werk bent. Doet u dit niet, dan kunnen ongelukken
of verwondingen het gevolg zijn. (Afb. 2)
45. Kijk niet direct in het licht van het lampje. Dit zou
oogletsel kunnen veroorzaken.
Verwijder met een zachte doek alle vuil of vervuiling
vastgehecht aan de lens van de LED-lamp, waarbij u
erop let dat u geen krassen op de lens maakt.
Krassen op de lens van de LED-lamp kan resulteren in
verminderde helderheid.
46. Laad de accu altijd op bij een temperatuur van 0°C–
40°C. Een temperatuur van minder dan 0°C zal
overlading veroorzaken, wat gevaarlijk is. De accu kan
niet worden opgeladen bij een temperatuur hoger dan
40°C. De geschiktste temperatuur voor opladen ligt
tussen de 20°C–25°C.
47. Gebruik de acculader niet continu.
Wacht ongeveer 15 minuten nadat u een accu hebt
opgeladen voordat u begint met het opladen van een
andere accu.
48. Voorkom dat stof of vuil in de aansluitopening van de
accu terecht komt.
49. Demonteer de accu of acculader niet.
89
Nederlands